Meditatie: zending en rust

Zending en rust: dit lijkt geen logische combinatie. Zending gaat immers over beweging, dynamiek, groei: “Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen.” (Mat. 28:19) Wie geraakt wordt door het goede nieuws van Jezus Christus krijgt een soort heilige onrust. Stilzitten is dan geen optie meer. Er is zoveel te doen. Denk aan de apostelen: “We moeten immers wel spreken over wat we gezien en gehoord hebben.” (Hand. 4:20)

Toch heeft zending alles met rust te maken. Zending eindigt met rust, zegt de schrijver van Hebreeën. God wil zijn schepping terugbrengen bij de rust van de zevende dag, dat is zijn diepste verlangen (Hebr. 3 en 4). Met een verwijzing naar Psalm 95 roept Hebreeën de lezers met klem op die rust binnen te gaan (Hebr. 4:11). Een rust die alle facetten van het menselijk leven raakt. Een rust waar de profeet Micha al over droomde: “Ieder zal zitten onder zijn wijnrank en onder zijn vijgenboom, door niemand opgeschrikt, want de HEER van de hemelse machten heeft gesproken.” (Mi. 4:4)

Maar zending begint ook met rust. Jezus leert zijn leerlingen te leven op het ritme van de schepping. Gods scheppingswerk eindigt met een rustdag. Vanuit die rust, en gedragen door die rust, mag je leven en werken. “Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij.” (Ex. 20:12) Als de leerlingen enthousiast (en vermoeid) terugkomen na een uitzending, zegt Jezus: “Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.” (Mc. 6:31) En voordat Jezus zijn leerlingen na de opstanding opnieuw uitzendt, wenst Hij ze driemaal Gods vrede toe (Joh. 20:19, 21, 26).

Toen ik dit stukje schreef heb ik het bewust een tijdje laten liggen – als een oefening in rust. Geloof ik écht wat ik zonet geschreven heb? En hoe wordt de rust van het begin en einde van Gods missie concreet in mijn leven? Mijn volle agenda verraadt dat de rust soms ver te zoeken is. Ik ben vaak uit balans, bezorgd en bang. Net als de discipelen moet ik leren om op het ritme van werken en rusten te leven. Daar hoort dus ook bij: stilstaan, aanbidden, knielen, drinken uit de bron. Opnieuw ontdekken dat het goed komt.

En dan weer aan de slag. Met een gerust hart.

Wouter van Veelen, stamedewerker communicatie Nederlandse Zendingsraad

Beeld: Wiki commons