Wat is zending vandaag de dag? Hoe geef je vorm aan relaties tussen kerken in Nederland en kerken in andere continenten? Is het sturen van zendingswerkers naar andere landen nog wel de taak van de Nederlandse kerk? Kunnen mensen in de lokale kerk van dat land niet veel beter en goedkoper hetzelfde werk doen als Nederlandse werkers in een voor hen vreemd land? Wat is de rol van geld in de relatie met kerken in andere werelddelen? Maakt het sturen van geld afhankelijk en staat het zo de groei naar zelfstandigheid in de weg? Of kan het zijn dat de vraag om geld bedoeld is als een mogelijkheid tot het opbouwen van een relatie, waarin beide partijen wederzijds delen van wat ze ontvangen hebben?
Dit zijn zomaar een paar van de vragen die het afgelopen jaar besproken zijn in de ontmoetingen binnen de Nederlandse Zendingsraad (NZR). In dit artikel willen we de NZR graag aan u voorstellen.
De NZR is een netwerk waarin vertegenwoordigers van verschillende kerken en zendingsorganisaties elkaar ontmoeten met het oog op het ontwikkelen van visie en beleid in zending. Tijdens de ontmoetingen wordt informatie uitgewisseld en gereflecteerd op de missionaire praktijk in de verschillende contexten. Samen wordt gezocht naar hoe de kerk vanuit het Evangelie kan leven in de wereld van vandaag. Hoe kan zij deel zijn van Gods werk in deze wereld? En wat betekent dat voor het beleid van zendingsorganisaties en de praktijk van kerk zijn wereldwijd?
Samenwerken in plaats van concurreren
In de 19e eeuw ontstonden in Noordwest Europa, de VS en Canada verschillende zendingsorganisaties vanuit het verlangen het Evangelie te verkondigen in de wijdere wereld. Deze moderne zendingsbeweging werd vooral gedreven door individuen en groepen vanuit een persoonlijke ervaring van roeping tot zendingswerk. Vanwege de koloniale relaties voelde men zich verantwoordelijk voor de mensen in de betreffende landen. De kerken waren in eerste instantie terughoudend. Dat veranderde echter toen meer en meer berichten terugkwamen naar de Nederlandse kerk over groeiende kerken in de nieuwe gebieden. Die berichten waren inspirerend en lieten zien hoe God aan het werk was. Men realiseerde zich dat de zendingsopdracht niet alleen maar voor individuele zendelingen gold, maar juist voor de kerk als geheel. Om al dat werk van de verschillende organisaties en kerken te bevorderen en te stroomlijnen is in 1929 de Nederlandse Zendingsraad opgericht als koepelorganisatie.
Ook al heeft de NZR in de periode vanaf het begin tot nu allerlei ontwikkelingen en veranderingen meegemaakt, dit oorspronkelijke doel blijft actueel. We willen vóór alles voorkomen elkaars concurrent te worden. We leven vanuit de erkenning dat zending niet slechts een menselijke activiteit is, waarin elke kerk en zendingsorganisatie de eigen doelen en projecten naar eigen goeddunken organiseert. We geloven dat het gaat om Gods werk in deze wereld is en dat kerken en organisaties hierin een plaatsje hebben, ieder op de eigen manier. En daarom is het belangrijk om elkaar te ontmoeten, te bevragen, informatie te delen en om samen te zoeken naar wijsheid en de beste manier van samenwerken. Of anders gezegd: daarom is het belangrijk om samen te ontdekken waar de Geest van God ons voorgaat en hoe ieder op eigen manier, maar ook in samenwerking, daarin deel kan nemen.
Vandaag de dag komen de leden van de NZR – kerken en organisaties – uit de breedte van de kerk. Samen vertegenwoordigen ze allerlei vormen van werk: van kerkopbouw, theologisch onderwijs en evangelisatie, tot diaconaal en sociaal werk, noodhulp, interreligieuze dialoog en verzoening.
Samenwerken wereldwijd
Terwijl de moderne zending vooral een beweging was vanuit Europa en Noord-Amerika naar Afrika, Azië en Latijns-Amerika, vinden we vandaag de dag de meest levendige kerken buiten het Westen. De meeste Christenen wonen nu in Afrika. Dat betekent dat zending niet meer alleen een beweging van het Westen naar de rest van de wereld is, maar van overal naar overal. Als kerk in Nederland zijn wij deel van een kerk wereldwijd, waarin iedere kerk in ieder land haar eigen plek heeft en haar eigen bijdrage levert.
In de ontmoetingen van de NZR denken we samen na over hoe we als kerken en organisaties in Nederland hierin een opbouwende rol kunnen spelen. Op de agenda staan dan ook thema’s rond de missionaire relaties in de kerk wereldwijd, waarin we zoeken naar verbondenheid in wederkerigheid en gelijkwaardigheid.
In een gelijkwaardige relatie wordt van beide kanten gedeeld en ontvangen. De vraag is dan natuurlijk wel wat we te delen hebben en wat we kunnen ontvangen. De Nederlandse kerken en organisaties dragen vaak financieel bij aan het werk van kerken elders. Als mensen worden uitgezonden naar andere gebieden is ook het delen van kennis en ervaring een belangrijk element. Hierom wordt gevraagd en het wordt op prijs gesteld. En toch blijkt in de praktijk dat het bij de ontvangende kerken ook wel wrevel oproept. Een vriend van mij uit Malawi die nu in Engeland werkt als directeur van de netwerkorganisatie Global Connections, Dr. Harvey Kwiyani, zegt dan: “de hand die geeft ligt altijd bovenop”. Geld brengt macht met zich mee. En deze macht kan op een goede manier gebruikt worden, maar kan ook ongelijkheid in de hand werken. Want wie geeft besluit, ook als de lokale gemeenschap daar soms andere ideeën over heeft.
Daarbij speelt de historische relatie tussen zending en koloniale verhoudingen, inclusief slavernij, een rol. We raken ons er meer en meer van bewust dat hierin veel fout is gegaan, dat macht misbruikt is en zelfs dat eigen voordeel voorop gesteld is ten koste van die mensen die de zendende kerken wilden bereiken met het Evangelie. Het debat over schuld en schuld erkennen wordt op dit moment gevoerd in de Nederlandse maatschappij. Maar ook de vragen over reparatie en het op een nieuwe en gelijkwaardige manieren vormgeven aan relaties moeten besproken worden.
Voorwaar geen eenvoudige vragen. Het blijken vragen te zijn waarbij het nodig is om als leden van de NZR, vanuit de diversiteit van ervaringen en visies op zending, elkaar te blijven bevragen. Kritische vragen aan elkaar stellen kan soms pijn doen, maar het kan ook helend en opbouwend zijn. Het doet pijn als het onze onbewuste superioriteitsgevoelens bloot legt. Het is opbouwend als we met elkaar tot verootmoediging kunnen komen en nieuwe wegen kunnen ontdekken die recht doen aan elkaar, aan het karakter van het Evangelie en aan Gods doel met deze wereld.
Voorbeelden van die nieuwe wegen zijn er ook! Zo hebben Wycliffe Bijbelvertalers in overleg met hun partners in Oost-Congo de manier van geld sturen en de rapportage van activiteiten veranderd, om zo een groter eigenaarschap te geven aan de lokale partner. Verschillende zendingsorganisaties werken aan het opbouwen van relaties tussen kerken in Nederland en daarbuiten, waarin vriendschap en wederzijdse uitwisseling de basis vormen. Een mooi voorbeeld hiervan is het boekje “Zeven Brieven uit de Wereldkerk”, dat onder redactie van Wouter van Veelen is samengesteld. Dit boek bestaat uit brieven die geschreven zijn door kerkleiders uit bijvoorbeeld Zuid-Afrika, Indonesië en Suriname die deel zijn van het netwerk van de GZB, KerkinActie en Verre Naasten. Ze houden de kerk in Nederland een spiegel voor. De kerk in Nederland mag de ervaring en wijsheid van de kerk elders ontvangen en daardoor bemoedigd en geïnspireerd worden. Maar ook uitgedaagd en terechtgewezen worden. De Schotse theoloog Andrew Walls, die lange tijd in West Afrika (Sierra Leone en Nigeria) werkte, schrijft dat we alleen in de ontmoeting met de ander de volheid van Christus kunnen ontdekken. Deze ervaringen en kennis worden binnen de NZR gedeeld en besproken met het oog op de ontwikkeling van visie en beleid.
Samenwerken in de wereld van vandaag
Het belang van deze samenwerking ligt niet in de NZR zelf, of in de betrokken kerken en organisaties. Het bestaan van de kerk is met het oog op de wereld. Dat is een door God geschapen wereld, die prachtig is en vol mogelijkheden. Maar ook een wereld die zucht onder grote problemen van polarisatie, klimaatverandering, economische ongelijkheid, eenzaamheid en nog veel meer. Met het oog op deze wereld is de kerk geroepen het Evangelie te delen en te leven. Wat is in deze context het goede nieuws van Gods redding in Jezus Christus? Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. We realiseren ons dat wij als beperkte mensen slechts ten dele kennen. God is zoveel groter dan ons begrip van God. Maar we kunnen als kerken en organisaties, in alle diversiteit, elkaar wel helpen in het ontdekken van richtingwijzers naar dat antwoord.
Samen willen we een eerlijk gesprek voeren, waarbij we de verschillen niet uit de weg gaan maar juist aankijken. En verschillend als we zijn in de kerk wereldwijd willen we naast elkaar gaan staan en samen God zoeken en naar God luisteren. Of, zoals Karin van den Broeke regelmatig zegt, samen vieren we wat we ontvangen hebben en samen luisteren we ook naar elkaars wonden, pijn, onbegrip, zorgen en verlangens. Kunnen we zo samen de liefde van God en het leven in Christus ontvangen en delen in de wereld van vandaag? In Johannes 17:21 bidt Jezus: “Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden” (NBV21).
In de NZR zoeken we naar deze eenheid met het oog op de wereld. Of, om met de Wereldraad van Kerken te spreken: “De liefde van Christus beweegt ons tot verzoening en eenheid.” Gedreven door de Geest van God, verlangen we ernaar om samen deel te zijn van Gods plan met deze wereld, tot redding en verzoening, vrede en gerechtigheid.
Berdine van den Toren-Lekkerkerker is directeur van de Nederlandse Zendingsraad en is gastdocent missiologie aan de Theologische Universiteit Kampen|Utrecht en aan verschillende scholen en universiteiten in Frans sprekend Afrika en Azië.
Dit artikel verscheen eerder in het Ouderlingenblad van november 2023. U kunt het artikel vinden onder deze link.