Wie heeft het donker aangedaan? Enkele dagen na de verschrikkelijke gebeurtenissen van 7 oktober stelde mijn dochter van twee deze vraag nadat ik het licht op haar kamer had uitgedaan. Met deze opmerking verwoordde ze eigenlijk precies hoe ik mij op dat moment voelde en me eigenlijk nog steeds voel na ruim drie maanden. Sinds de aanval van Hamas op Israël en de oorlog in Gaza die daarop volgde, lijkt het alsof er een duisternis over de aarde is gevallen. Zeker voor een ieder die een diepe verbondenheid voelt met Israël en/of de Palestijnen.
Voor mij waren de kerstdagen anders dan andere jaren. Het comfort van een warm huis, de gezelligheid van familie en het genot van lekker eten, voelden tegenstrijdig. Hoe kan ik genieten van deze dingen terwijl Israëlische gijzelaars in erbarmelijke omstandigheden vastgehouden worden in de tunnels van Gaza? Of als ik denk aan de vele Gazanen die ontheemd zijn en huis en haard hebben verloren in deze oorlog?
De gruwelijke gebeurtenissen daar raken ons allemaal. Tijdens de feestdagen kreeg je misschien wel de vraag aan wiens kant je staat. Het antwoord heeft waarschijnlijk te maken met hoe je kijkt naar Gods volk, de staat Israël en de situatie van de Palestijnen. Je godsbeeld en hoe je de Bijbel leest, spelen ook een rol.
In de gemeente zijn gebedsmomenten voor de oorlog in Israël en Gaza beladen geworden. Voor wie wordt er gebeden en op welke manier? En komt dit overeen met hoe ik het zie en beleef? Al met al is het geen gemakkelijke tijd voor de kerk in Nederland en voor een ieder die een ander geluid wil laten horen in de gemeente.
Daarbij voelen we ons soms zo machteloos. Sigrid Kaag mag zich dan wel namens Nederland gaan bezighouden met de wederopbouw van Gaza, maar wij willen graag zelf ons steentje bijdragen. Er komen berichten langs op sociale media om de oogst in Israël binnen te halen (vanwege het gebrek aan werkers tijdens deze oorlog) en we beginnen gelijk naar vliegtickets te kijken. We willen graag iets doen om het leed te verzachten van de mensen daar.
Maar de mogelijkheden om vanuit Nederland iets te doen zijn beperkt. En daarom is het misschien wel tijd om de vraag te stellen: ‘Wat kunnen we eigenlijk doen om het licht te ontsteken in deze gitzwarte nacht?’
Toen ik in Jeruzalem woonde, zei een leidinggevende eens, toen we spraken over het conflict tussen Jood en Arabier: ‘Zorg ervoor dat hun trauma niet jouw trauma wordt, want anders word je onderdeel van het probleem en kun je niet meer bijdragen aan een oplossing.’ Deze geluiden hoor ik ook nu vanuit Israël.
Zo roept de Joodse denker Yuval Harari op dat westerlingen niet emotioneel of intellectueel lui worden, maar open blijven staan voor het verhaal van de ander in deze oorlog. Want Israëliërs en Palestijnen zijn op dit moment zelf niet in staat om over hun eigen trauma heen te kijken en oog te hebben voor het leed van hun vijand. Buitenstaanders bij dit conflict hebben de verantwoordelijkheid om de weg naar vrede open te houden, zo stelt Harari, door zowel naar het verhaal van de Joden als Arabieren te luisteren.
Hoe geven wij gehoor aan deze oproep? Wat zijn de gevolgen van onze houding in het heden voor onze verbondenheid met Israël en de Palestijnen in de toekomst? Of misschien moeten we het nog breder trekken: onze houding tegenover Joden, moslims en christenen daar in de regio en hier in Nederland. Gaan wij de weg van Jezus in hoe we ons opstellen en uitspreken in deze tijd? Bouwen we bruggen óf muren met onze woorden en daden?
Alhoewel wij het donker niet hebben aangedaan in Israël en Gaza, staan wij wel voor de keus of we als christenen willen bijdragen aan het ontsteken van het licht vanuit Nederland.
Geschreven door Lourens Geuze, teamleider Midden-Oosten bij Near East Ministry, en geplaatst in het Nederlands Dagblad op dinsdag 23 januari 2024 en op de website van NEM.
Beeld: Unsplash