Geloof in verzet documenteert de verhalen van verzet tegen onderdrukking en dictatuur in Uruguay, het meest seculiere land in de Latijns-Amerikaanse context. Het project is bedoeld om het collectieve geheugen te voeden en de sociale, politieke en religieuze realiteit waarin we leven, beter kunnen te begrijpen.
De verhalen van verzet vanuit het geloof geven rekenschap van hoe een hele generatie christenen in Latijns-Amerika missie en zending zag als een radicale transformatie van de economische, politieke, sociale en spirituele realiteit. Bevrijdingstheologie en de religieuze en politieke reuring van de jaren zestig en zeventig leidden tot een reactie in een deel van de protestantse en evangelicale kerken: zij vonden in de zienswijze Integral Mission een vorm om antwoord te geven op de schreeuw van het Latijns-Amerikaanse volk. Vanuit Integral Mission zocht de kerk naar een nieuw evenwicht tussen de spirituele en sociale dimensies van mensen en in context waarin mensen sociaal kwetsbaar werden gemaakt.
Het project voor de Uruguyaanse documentaire Geloof en verzet begon in 2015 met een zoektocht naar bibliografisch materiaal. Een interdisciplinair team analyseerde alles en realiseerde meer dan dertig interviews met mensen uit verschillende tradities: rooms-katholiek, protestants, joods en met afro-umbandisten (een samensmelting van verschillende Afrikaanse religies en volkskatholicisme).
Het Ministerie van Onderwijs en Cultuur van Uruguay verklaarde het project van nationaal belang en het wordt gesteund door de organisaties van moeders en familieleden van verdwenen gevangenen, het Secretariaat voor Mensenrechten van de president, de Dienst voor Vrede en Gerechtigheid (SERPAJ) en ontvangt financiële steun vanuit protestantse en rooms-katholieke hoek uit Zwitserland en de Verenigde Staten.
Al tien jaar eerder
Ook religieuze instituten zijn kinderen van een heersend politiek klimaat. De civiel-militaire dictatuur van 1973-1985 in Uruguay leverde dan ook verschillende reacties op, uiteenlopend van solidariteit, interne polarisatie, angst, breuken en soms een meer naar binnen gerichtheid.
Honderden christenen zijn in die tijd vervolgd, gevangengezet en enkelen ook vermoord. Terwijl de een welwillend stond tegenover het regime of collaboreerde, verzette een ander zich ertegen in de enclaves van vrijheid die de kerken boden.
In die tijd waarin rechten en zekerheden van burgers waren ingeperkt, leden religieuze leiders die sociaal geëngageerd waren of die het evangelie preekten zonder oogmerk het regime te behagen, onder controle en spionage. Ons onderzoek voor de documentaire laat zien dat dit al tien jaar voor de staatsgreep begon. Al in 1963 volgden de inlichtingendiensten religieuze leiders zoals dominee Emilio Castro (van 1982-1992 secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, met een centrale rol in de dialoog tussen de kerken en het einde van apartheid in Zuid-Afrika).
Volgens Pastor Oscar Bolioli, toenmalig president van de Methodisten, ‘was er een gerichte inzet vanuit de dictatuur om de sociale structuur zwak te maken en dit had ook impact op de kerken. De ideologische structuur was al voor de staatsgreep kapotgemaakt. Vanaf 1965 werd er ingezet op een systematische ontwikkeling van het repressieve apparaat.’ Dit leidde tot infiltratie, censuur, verdwijning en verbanning van intellectuelen en religieuze leiders.
Mijlpalen
In de jaren zestig waren de basisgemeenschappen, het arbeiderspastoraat, bevrijdingstheologie en het werk met uitgesloten gemeenschappen, vruchtbare grond voor invloedrijke theologen en intellectuelen die sociale veranderingen voorstonden. Ook de oecumenische beweging, in die tijd krachtig aanwezig in Uruguay, moedigde een sociaal en politiek engagement aan. In deze open ruimte tussen de religieuze, politieke, sociale en economische sferen, ontstonden en groeiden bladen, bijeenkomsten, conferenties, vasten, reflectiegroepen, demonstraties en discussie. Tot aan de dictatuur was ISAL – Kerk en Samenleving in Latijns-Amerika, een groep van theologisch en christelijk-politiek kritische reflectanten van grote invloed. Het secretariaat zat in Montevideo en er werkten bekende Latijns-Amerikaanse theologen en protestantse denkers.
Mijlpalen uit deze tijd zijn de gezamenlijke verklaringen van het aartsbisdom van Montevideo en de Federatie van Protestantse Kerken van Uruguay. In een zeer kritische verklaring, gericht aan de toenmalige president Oscar Gestido in 1967, formuleerden bisschop Partelu en Waldenzen-predikant Juan Tron een scherpe aanklacht over de armoede, het analfabetisme, de mensenrechtenschendingen en de ongelijkheid als oorzaak van het geweld en de spanningen op het continent en beschreven een weg voor het oplossen van de problemen.
Van groot belang was eveneens de theologie van geweldloosheid die zich sterk ontwikkelde op twee plekken: het Doopsgezind Seminarie, toen gevestigd in Montevideo, en het werk van Pastor Earl Smith, een methodistisch predikant uit de Verenigde Staten die sinds de jaren veertig in Uruguay werkte. Smith was leider van de International Fellowship for Reconciliation en hij legde de verbinding tussen Latijns-Amerika en de pacifistische inspanningen van Martin Luther King voor burgerrechten in de Verenigde Staten.
Vasten als geweldloze vorm van verzet
Tijdens de jaren van de civiel-militaire dictatuur boden de kerken dus ruimte voor politieke betrokkenheid, waar die gecensureerd en verboden was in vakbonden, politieke partijen en andere organisaties.
De vasten bijvoorbeeld die SERPAJ (zie kader] organiseerde in 1983 was een emblematische uitdrukking van geloof in verzet aan het einde van de dictatuur. Als geweldloze vorm van verzet onderscheidde deze vasten zich van een hongerstaking door het religieuze karakter en een begin- en einddatum, namelijk van 11 tot 25 augustus. Perico Pérez Aguirre en Jorge Osorio y Ademar Olivera van SERPAJ begonnen deze gezamenlijke vasten en ze werden gesteund door een steeds groeiende gemeenschap. ‘Iemand die vast, identificeert zich met en neemt de plaats in van het slachtoffer, van degenen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid’, geloofde Olivera.
Ondertussen werd er door het Ministerie van Binnenlandse Zaken een grote operatie voorbereid voor die 25e augustus, een feestdag. Verschillende organisaties hadden opgeroepen tot het gemeenschappelijk trommelen op pannen en gedurende vijftien minuten het licht uitdoen (een manier van ongenoegen en verzet tonen in de regio, NP). Op die dag zette de politie 225 personen vast die in het centrum van Montevideo spontaan bijeengekomen waren om de vasten te steunen. Dit feit gaf een stevige zet aan het verzoek om amnestie dat gedaan werd door verschillende sociale organisaties.
Convergentie-vergaderingen
De kerken hadden ook een belangrijke rol in de eindfase van de dictatuur door bij te dragen aan de zogenaamde Convergentie-vergaderingen. Daar legden politieke partijen en sociale bewegingen de menselijke, politieke en economische aspecten vast die de terugkeer van ballingen mogelijk maakten. Ook werd de Oecumenische Dienst voor Re-integratie opgericht, die aan 414 arbeidsplaatsen wist te helpen en totaal rond de 8000 personen bijstond. De Dienst werd vervolgens omgezet in de Oecumenische Dienst voor Menselijke Waardigheid, de uitvoerende tak van het Hoge Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties in Uruguay.
Tweespalt overal
In situaties waarin de democratische instellingen worden bedreigd, ontstaan grote breuken in het sociaal weefsel: ook de kerken lijden onder deze spanningen. In contexten met dictatoriale en autoritaire regimes zijn er altijd groepen die opkomen voor mensenrechten en groepen die zich scharen aan de kant van de onderdrukker. Kijk maar naar het apartheidssysteem in Zuid-Afrika, het nazisme in Duitsland, de strijd om burgerrechten in de Verenigde Staten en onder de dictaturen van Latijns-Amerika. Aan de ene kant organiseerden religieuze groepen van verschillende richtingen zich binnen de arbeidersbeweging, studentenbeweging, beweging van mensen van Afrikaanse afkomst, van inheemsen en andere collectieven, om sociale veranderingen te bewerkstelligen. Tegelijkertijd gebruikten onderdrukkende groepen religieuze argumenten om de onrechtvaardige situatie in stand te houden.
Integral Mission vandaag in Latijns-Amerika
Voor de kerk van vandaag kan het een bron van inspiratie en een historische reminder zijn, om vanuit verschillende stromingen en religieuze tradities commitment te ontwikkelen met betrekking tot de sociaal-politieke realiteit. In die zin is de documentaire Geloof en verzet een belangrijk instrument voor bewustwording en actie in de zoektocht naar rechtvaardiger verhoudingen en een leven in volheid voor allen.
Zeker in de context van Uruguay en heel Latijns-Amerika, waar het religieuze discours en de preekstoel van kerken vaak juist gebruikt wordt voor het tegenovergestelde. Veel protestantse, pentecostale en neopentecostale kerken staan een handelwijze voor die tegen de mensenrechten ingaat, tegen de rechten van vrouwen, kinderen en lhbto’ers. Zoals tijdens de Koude Oorlog het communisme door de Verenigde Staten als gemeenschappelijke vijand werd aangewezen, is het nu de zogenaamde ‘gender-ideologie’ die acties van politieke partijen en duizenden christenen verbindt. We zien met bezorgdheid dat presidenten zoals Trump in de Verenigde Staten en Bolsonaro in Brazilië er een oorlogsretoriek op nahouden die ondersteund wordt door religieuze narratieven.
Wat kunnen kerken het beste doen om op profetische wijze aan te klagen? Welke advocacy hebben christenen vandaag om mensenrechten te verdedigen? Hoe zien we die acties in het licht van de Missio Dei?
De context van Latijns-Amerikaanse protestantse en evangelicale kerken is zonder twijfel zeer zorgwekkend. We bevinden ons in een scenario waarin de historische protestantse kerken kleiner worden. Een flink aantal kerken die in de jaren tachtig en negentig Integral Mission omarmden, hebben hierin geen verdieping aangebracht: er is geen kritische bijbelse hermeneutiek met betrekking tot mensenrechten die een antwoord zou kunnen geven op de huidige uitdagingen die een ‘gecommodificeerde’ religiositeit oplegt.
Integral Mission zou zich in deze nieuwe fase moeten uitspreken over zaken die ze tot nu toe veelal vermeden heeft (zoals gender en seksuele diversiteit) en haar meest tegendraadse dimensie met betrekking tot economische gerechtigheid weer oppakken. Juist nu, nu het lijkt dat een groot deel van de protestantse en evangelicale kerken op ons continent zich meer thuis voelen aan de ingang van de tempel met haar kooplieden dan in een open kerk die handelt vanuit mededogen voor de weduwe, de vreemdeling en de melaatse.
Integral Mission kan dienen als een brug waarover veel evangelicale broeders en zusters kunnen oversteken: van een vervreemdend visioen van individuele spiritualiteit naar een gemeenschappelijk commitment dat vragen oproept vanuit de diepe ontmoeting met de andere ander. Vragen die de theologische hegemonie van een welvaartsevangelie en van de heerschappij over de schepping – waarin economisch succes en politieke macht de meetlat zijn waarlangs de zegen van God afgemeten wordt – bevragen.
Goede hoop
De documentaire Geloof in verzet maakte grote indruk op de Uruguayaanse samenleving, in de bioscopen en op de publieke televisie alsook door de aandacht eromheen in bijna alle belangrijke kranten. Zo kan dit zaadje gezaaid in goede aarde verder uitgroeien. Want opnieuw staat Latijns-Amerika voor grote sociale uitdagingen, minstens zo groot als die van de jaren zestig, en ziet zich geconfronteerd met problemen als ongelijkheid, migratie, militarisatie en xenofobie. We hopen dat deze verhalen van geloof en verzet kunnen helpen om missie, in een dergelijke kerkelijk en sociaal gecompliceerde context, opnieuw te doordenken.
Vertaling uit het Spaans: Nienke Pruiksma en Martina Fraanje Kralt
— Nicolas Iglesias Schneider is onderzoeker op het gebied van religie en politiek en de regisseur van de documentaire Geloof in verzet (te zien op www.feenlaresistencia.org).