Vijf vragen aan…Huub Lems (Zendingserfgoedhuis)

In de serie ‘Vijf vragen aan…’ leggen we mensen die actief zijn op het gebied van zending vijf vragen voor. Waar zijn ze mee bezig en welke missionaire ervaringen en inzichten willen ze delen? Dit keer komt Huub Lems van het Zendingserfgoedhuis in Zuidland aan het woord.

Even voorstellen: Wie ben je en wat heb je met zending?

Mijn naam is Huub Lems en ik ben nu een van de vrijwilligers van het Zendingserfgoedhuis in Zuidland. Je kunt wel zeggen dat sinds 1980 mijn leven en werken in dienst van de zending staan, toen mijn vrouw en ik zich aan het Hendrik Kraemer Instituut (HKI) gingen voorbereiden op onze zendingsdienst bij de Evangelisch Christelijke Kerk in de Minahasa (GMIM), Sulawesi, Indonesië. Vanaf mijn terugkeer ging ik werken als financiële man bij de Hervormde Raad voor de Zending en dat heb ik in verschillende vormen tot aan mijn pensioen in 2018 in Utrecht gedaan. Sinds 2011 was daar mijn vrijwillige verbondenheid aan de mede door mij opgerichte stichting Zendingserfgoed bijgekomen, en dat doe ik tot nu toe met veel plezier. Dus ja, ik heb wel wat met zending.  

Waar liggen voor jou programmatisch de uitdagingen voor jouw jouw organisatie in de komende tijd?

Los van de materiële en financiële uitdagingen waar een museum altijd mee te maken heeft, zijn er ook best programmatische uitdagingen. Binnen de kerken maken, wat ons betreft, de mensen nog te weinig gebruik van wat we te bieden hebben. Of het nu om zendingserfgoedkalenders met christelijke kunst uit de wereldkerk gaat, het uitlenen van kunstcollecties voor de plaatselijke kerk of de mogelijkheid van lezingen over diverse thema’s, het gebeurt helaas mondjesmaat. En dat terwijl het even zo vele mogelijkheden biedt om met elkaar in gesprek te gaan over wat zending in deze tijd kan betekenen door de kennismaking met andere christenen in andere contexten. Wat het publiek buiten de kerken betreft, blijkt het steeds lastiger om de vooroordelen over kerk, geloof en zending te doorbreken. De last-minute weigering van de openbare bibliotheek van het hosten van een tentoonstelling over jeugdzendingsliteratuur was daarvan een voorbeeld. Er is dus nog veel werk aan de winkel op inhoudelijk vlak.  

Hoe zie jij de verhouding tussen zending binnen Nederland en zending vanuit Nederland en zending van overal naar overal?

Zending is overal en de Missio Dei is letterlijk wereldwijd, dus de theorie is dat de diverse vormen van zending nauw op elkaar betrokken moeten zijn. Maar de praktijk leert ons anders. En dat is ook logisch want voor zending in Nederland zijn we als kerken zelf verantwoordelijk en zitten we direct aan het stuur om die opdracht in onze eigen samenleving, stad of dorp waar te maken. Dat blijkt al lastig genoeg of je het nu over kerkelijk pionieren, zending op de campus of pastoraat in publieke diensten hebt. En we vergeten maar al te vaak dat onze kerk niet de enige is die deze opdracht gekregen heeft. Christenen uit een veelvoud van kerken hebben dezelfde opdracht en het lijkt erop dat veel migranten- en internationale kerken in ons land, of die nu bij SKIN zijn aangesloten of niet, er meer gevoel bij hebben en er meer werk van maken. Meer samenwerking, zoals bijvoorbeeld Kerk in de Stad, zou de aandacht verdienen. Protestantse kerken zijn altijd sterker georiënteerd geweest op zending vanuit Nederland (een groot deel van de collectie van het Zendingserfgoed is daar een aardige afspiegeling van). Maar als gezegd, buiten Nederland vervult ons zendingswerk al decennia lang een andere rol, namelijk die van medewerker in dienst van een plaatselijke kerk of organisatie die zelf vorm geeft aan haar eigen zendingsopdracht. Dat is een andere rol, die ook een andere organisatie los van evangelisatie in eigen land nodig heeft.  

Waarvan gaan jouw ogen van glimmen?

Als er een bijzonder voorwerp wordt aangeboden voor de collectie van het zendingserfgoed waar een goed (zendings-)verhaal over te vertellen is, dan word ik daar blij van. Maar ook als Indonesische predikanten op bezoek in Nederland aanbieden om in het predikantentekort van de gemeenten in Nederland te voorzien.

Wat verwacht je van het netwerk van de Nederlandse Zendingsraad? Hoe kunnen we elkaar als kerken en zendingsorganisaties versterken in de missionaire opdracht?

Het organiseren van bezinning over kerk en zending in deze tijd lijkt me tot het hart van de taak van de NZR te behoren. In onze Zendingserfgoedcollectie geven veel voorwerpen uit het zendingsverleden stof tot bezinning over zending nu. Neem elkaar dus in die bezinning mee, zou ik zeggen. 

Beeld: Zendingserfgoedhuis Zuidland