Vijf vragen aan Jaap Haasnoot (GZB)

Even voorstellen: Wie ben je en wat heb je met zending?

Mijn naam is Jaap Haasnoot (1968), ik ben getrouwd met Mirjam, en samen met ons gezin vertrokken we als snel na onze studies richting Afrika om betrokken te zijn bij Gods werk wereldwijd. We waren eerst in Ethiopië (1996-2005) en hielpen bij de opstart van een bijbelvertaalproject. Daarna (terug in Nederland) werkte ik vier jaar bij de Evangelische Zendingsalliantie (2006-2010). In 2010 gingen we opnieuw naar Afrika, eerst naar Zuid-Soedan (als theologisch docent) en daarna was ik regiocoördinator voor de GZB in oostelijk Afrika (eerst wonend in Oeganda, tot april 2019, en daarna in Nederland). Nu ben ik sinds twee jaar ‘coördinator leren & opleiding’ bij de GZB.

Ik heb dus ‘veel’ met zending! Zending is vooral hoe God zijn Koninkrijk bouwt, te midden van gebrokenheid en ellende. En soms zien we daar de tekenen van. Door de jaren heen is voor mij bij zending steeds meer het accent komen te liggen op ‘ontvangen’ in plaats van ‘geven’, op leerling-zijn in plaats van expert-zijn.

Waar liggen voor jou programmatisch de uitdagingen voor jouw werk in de komende tijd? 

Een kernvraag voor mij is hoe we echt, daadwerkelijk van elkaar kunnen leren in de kerk wereldwijd. Tot nu toe zitten we in Nederland, nog steeds, vooral in de geef-modus als het gaat om kerken elders in de wereld. Maar ik denk dat wij in Nederland langzamerhand meer gaan beseffen dat we broeders en zusters elders nodig hebben om ons te bemoedigen en om voor óns te bidden in een situatie van een krimpende kerk en in een context van veel uitdagingen.

Een andere belangrijke vraag voor de GZB is wat de toekomst is van personele uitzendingen vanuit het Westen. We geloven dat zendingswerkers belangrijk zijn, juist ook als het gaat om het bouwen aan een diepere relatie tussen partners, maar tegelijkertijd zoeken we naar wat de Geest ons wil zeggen in deze fase van de zendingsgeschiedenis.

Hoe zie jij de verhouding tussen zending binnen Nederland en zending vanuit Nederland en zending van overal naar overal?

Principieel geen verschil, praktisch en inhoudelijk wel. Ik zou vooral willen dat de kerk in Nederland geïnspireerd raakt door misssionare mensen, verhalen en modellen vanuit andere contexten in de wereld. Het is prachtig als er zo een kruisbestuiving plaats kan vinden. Dat ís mogelijk, maar het begint met een open houding aan onze kant.

Waarvan gaan jouw ogen van glimmen? 

Dat zal inmiddels wel duidelijk zijn: als broeders en zusters elkaar wereldwijd herkennen, elkaar bemoedigen en met elkaar méér leren over Gods liefde in Christus. Ik ben bezig met een promotieonderzoek over contextueel bijbellezen en juist dáárin zijn prachtige ontmoetingen en leermomenten mogelijk (en het kan ook schuren natuurlijk!). Samen de Bijbel lezen, een ieder vanuit de eigen context, is een mooie activiteit waarin die veelkleurigheid van Gods genade zichtbaar wordt.

Wat verwacht je van het netwerk van de Nederlandse Zendingsraad? Hoe kunnen we elkaar als kerken en zendingsorganisaties versterken in de missionaire opdracht? 

Ik verwacht dat de NZR ons helpt om de ontwikkelingen in kerk en zending wereldwijd te doordenken en ook vruchtbaar te maken voor de Nederlandse context. En daarbij is de NZR ook belangrijk als verbinder tussen kerken en organisaties die elkaar anders minder tegen zouden komen.

Beeld: GZB