Is er kwaad in de acties van God?

In de westerse christelijke theologie worden rampen als aardbevingen en tsunami’s wel ‘acts of God’ genoemd. Maar tegelijk zegt ons rationele denken: het is een ‘gewoon’ natuurproces, dat altijd weer kan voorkomen en God of Allah is daar niet bij betrokken. Hoe gaat de islamitische theologie en wijsbegeerte met dat spanningsveld om? Alle Hoekema in gesprek met prof.dr. Bünyamin Duran (1955), hoogleraar Islamitische wijsbegeerte aan de Islamitische Universiteit van Rotterdam (IUR).

We spreken elkaar in zijn werkkamer, voordat de traditionele iftar-maaltijd in de aula van de universiteit begint. Blikvanger op het logo van de IUR is een trotse tulp; symbool van de Turkse achtergrond van deze universiteit. Ook Duran komt uit dat land en heeft daar veel gepubliceerd. 

Welke relatie bestaat er, theologisch/wijsgerig gesproken, tussen God (of althans, het beeld dat mensen van God hebben) en natuurrampen? Voor de beantwoording van deze vraag heeft prof. Duran een lange en geduldige aanloop nodig. Hij gebruikt er een op een A-viertje genoteerd schema voor en introduceert allereerst een paar algemene principes van de islamitische theologie. Voorop staat dat voor God de mens het allerbelangrijkste wezen is van de hele schepping

Men kan volgens Bünyamin Duran, onderscheiden tussen een zuiver rationalistische school (Mu’tazila en Falasifa), een gematigd rationalistische stroming (Maturidijja) enerzijds en aan de andere kant, een gematigd deterministische (Asjarijja) en een puur deterministische richting (Djabrijja en Hanbaliyya). Uiteraard zijn deze posities van belang als het gaat om de beantwoording van de vraag hoe we natuurrampen moeten interpreteren. Zelf noemt Duran zich ‘gematigd rationalistisch’.

Wat is precies de plaats van de mens in de kosmos?

Duran: De bedoeling van God is de mens als een evenwichtige identiteit. Mijn eerste premisse is dat mensen door God geschapen zijn om Gods manifestaties te kennen. Deze premisse is in overeenstemming met de Hadith al-Qudsi, waarin God zegt: ‘Ik was een verborgen schat, zo heb Ik de schepping geschapen om mij te kennen.’

Wat betekent: ‘God kennen’? En hoe kan men ‘God kennen’? ‘God kennen’ betekent dat men een menselijke staat heeft bereikt, waarin men een geharmoniseerde en gebalanceerde psychologie bezit. Alle doelstellingen van God zijn er op gericht dat de mens een dergelijke staat kan bereiken. Een gebalanceerde identiteit dus. Die is afwezig als de mens zich sadistisch of narcistisch gedraagt en ook als hij masochistisch optreedt.

Wat bedoelt u met sadistisch en narcistisch gedrag?

Consequenties van narcistische en sadistische gedragingen zijn onrechtvaardigheid, uitbuiting, egoïsme, hedonisme, arrogantie en destructief gedrag. Al het kwade, rampen, oorlogen, en terrorisme, komen voort uit mensen die deze negatieve eigenschappen hebben. Gods voornaamste bedoeling voor de mens is om deze negatieve en destructieve tendensen te voorkomen. Aan de andere kant is een andere negatieve pool: de masochistische. Een masochistisch mens probeert alle menselijke verantwoordelijkheid te vermijden. Dit is ook een basis voor het kwade en rampen. Daarom zijn zulke extreme polen van de mens voor God onacceptabel. 

Innerlijke reizen

Hier rijst de vraag: hoe kan men een geharmoniseerde psychologie bereiken? Er zijn vier cyclische innerlijke reizen die de mens moet afleggen om een geharmoniseerde psychologie te kunnen bereiken. De eerste reis is van de schepping naar de schepping. De tweede van de schepping naar de Schepper. De derde van de Schepper naar de Schepper en ten slotte van de Schepper naar de schepping.

De eerste reis begint bij de mens zelf. Tijdens deze reis ontdekt de mens zichzelf. De mens ontdekt, dat hij of zij perfecte faculteiten, mogelijkheden, en capaciteiten in zijn of haar bezit heeft om alle dingen te kunnen verstaan en te ordenen. Dit proces is vitaal voor de mens om in zijn of haar volgende reis succesvol te kunnen zijn. Daarin ervaart de mens enkele goddelijke karaktertrekken, omdat de mens faculteiten heeft ervaren die op faculteiten van God lijken. Men kan nooit God kennen zonder zichzelf te ontdekken. 

Men kan nooit God kennen zonder zichzelf te ontdekken

Een overlevering van de Profeet verwijst naar die werkelijkheid: ‘Degenen die zichzelf kennen die kennen ook God.’ Immers heeft God om zichzelf kenbaar te maken, de mens naar zijn evenbeeld geschapen. De mens heeft wat God ook heeft. Bijvoorbeeld, God heeft een wil, de mens ook; God heeft macht, de mens ook; God heeft kennis, de mens ook. Door deze faculteiten kunnen mensen Gods manifestaties ervaren. Maar… niet direct, alleen door te vergelijken. De mens ervaart zichzelf als een wezen met een wil, kennis, macht, ratio, liefde, hoop, angst enzovoort. En dan begint hij een vergelijking te maken tussen zichzelf en Gods hoedanigheden. Uiteindelijk komt de mens tot de conclusie, dat God Absoluut en Alomtegenwoordig is en dat zijnof haar capaciteiten tijdelijk en beperkt zijn.

Om de relatie tussen God en natuurrampen goed te kunnen begrijpen, moeten wij de capaciteiten en de mogelijkheden van de mens begrijpen. Zoals we zagen, geeft God aan de mens een zeer hoge plaats. Dat zegt ook de Qur’an in soera 17 vers 71: ‘… en inderdaad hebben Wij de kinderen van Adam geëerd en hen gedragen over land en zee, en hun van het goede gegeven en hen verheven boven velen van degenen die Wij hebben geschapen.’ 

Wel zijn de menselijke hoedanigheden in het begin potentiële, niet geactualiseerde capaciteiten. De vraag hier is: hoe kunnen die capaciteiten geactualiseerd worden? Op dit punt is de plaats van natuurrampen erg belangrijk. Want er is een nauw verband tussen natuurrampen en de actualisatie van die capaciteiten. Hiervoor moet ik eerst de nadruk leggen op het ordenen van de kosmos, die een relatie heeft met natuurrampen en de ontwikkeling van de menselijke capaciteiten.

Shari’a en universele wet

Gods wet omvat niet alleen de shari’a, maar ook universele, objectieve, stabiele wetten, aldus onder meer de Turkse godgeleerde Said Nursi. De universele wet is algemener dan de shari’a-wet. Tijd en plaats kunnen de shari’a-wet doen veranderen, maar de universele wet is altijd stabiel. Het vers: ‘Geen verandering zal u vinden in Gods weg’ (Qur’an, soera 35 vers 43) duidt dit aan. 

Deze wetten bezitten ook objectieve kenmerken. Onder hen zijn de rationele, morele en natuurlijke wetten, en ook de historische en de sociale, economische wetten. Voor deze wetten zijn alle mensen gelijk; ze kennen geen verschil tussen gelovigen en ongelovigen. Niet alleen volwassen mensen maar ook kinderen en zelfs dieren zijn onderwerpen aan die wetten. Volgens de aanpak van de universele wet, moeten mensen niet alleen de grondbeginselen van de shari’a-wet gehoorzamen, maar tegelijkertijd ook de grondbeginselen van de universele wet. De natuurlijke wet, bijvoorbeeld, is een universele wet; microben zijn een gevolg van onvoldoende hygiëne en de armoede is mede een gevolg van nietsdoen. Degenen die een huis bouwen op een breuklijn bijvoorbeeld, zullen bijna zeker door een aardbeving getroffen worden. Men kan concluderen, dat degene die zijn of haar leven volgens de grondbeginselen van de universele wet ordent, de natuurlijke en sociale catastrofes beter kan voorkomen dan diegenen die niet gehoorzamen.

Hoe omschrijft u dan in de islamitische theologie de relatie tussen God en natuurwetten?

We kunnen, met de Turkse denker Said Nursi (1878-1960), een onderscheid maken tussen de innerlijke wereld (het gebied van de metafysica) en de externe wereld (de wereld van de fysica en van de materie) en daarmee samenhangend tussen geloof en menselijk handelen. De innerlijke wereld is het domein van het geloof. Hier is Gods macht dominant. In de externe, materiële wereld (de Alem-i mulk) gaat het om het menselijk handelen: wetenschap, politiek, economie, ethiek. Hier zijn specifieke oorzaken en gevolgen aan de orde. Menselijke activiteiten en natuurprocessen worden objectief beoordeeld en rationele beslissingen worden genomen. Met andere woorden, de externe wereld (Alem-i mulk) is ‘het gebied van menselijke transacties terwijl de innerlijke wereld de sfeer van geloof is’.

Hoe verhoudt zich nu de ‘almacht’ van God tot zulke fenomenen als aardbevingen, tsunami’s en dergelijke? Als ze van God afkomstig zijn roept dat de vraag op: waarom doet God dat of waarom laat hij dat toe? Maar als ze buiten Allah om geschieden, moeten we vragen: hoe staat het dan met zijn almacht?

Duran: Ten eerste moeten wij benadrukken dat ‘Ramp’ een ramp voor ons is, maar in wekelijkheid misschien een productieve factor kan zijn. Dus moeten wij zeggen dat er geen kwaad is in de acties van God.

Er is geen kwaad in de acties van God

Allereerst, Gods doelstelling is anders dan die van de mens. Gods doelstelling met zijn schepping is universeel en objectief, positief, rationeel, nuttig en productief. Maar wij kunnen als mens niet alle doelstellingen bevatten. Mensen kunnen door Gods activiteiten op een positieve wijze beïnvloed worden, maar natuurlijk soms ook negatief. Deze negatieve beïnvloeding komt meestal voort door de menselijke onredelijkheid. Regen is hier een goed voorbeeld van. Ook al heeft de regen in het algemeen een positieve en rationele doelstelling (de groei van gewassen), toch kunnen sommige mensen door regen ook op een negatieve manier (bijvoorbeeld bij overstroming) beïnvloed worden. Maar dit betekent niet, dat regen als zodanig negatief en destructief is. Het voorbeeld maakt duidelijk, dat er geen absoluut goed en kwaad in de menselijke wereld is. Zo kunnen er een aantal negatieve kanten in het goede, en een aantal positieve kanten in het kwade zijn. In dit geval moet men de zaken waarderen ten aanzien van hun gemiddelde waarde.

Natuurlijk rijst hier een belangrijke vraag: hoe laat Gods barmhartigheid dit toe bij onschuldige mensen? Zijn er extra beloningen voor hen om hun leed te compenseren? Volgens sommige overleveringen van de Profeet zijn er vele beloningen voor die mensen in het paradijs, die alleen zij zullen bezitten.

Uitdagingen die uit de zee voortkwamen, hebben Nederland tot een vooraanstaand land gemaakt als het gaat om watertechnologie

Ten tweede hebben sommige natuurrampen positieve effecten op de ontwikkeling van technologie en wetenschap. Zoals eerder gezegd, zijn menselijke capaciteiten en faculteiten bijna grenzeloos. Maar die capaciteiten zijn potentieel, nog niet actueel. Er moeten externe factoren zijn om die faculteiten te actualiseren. Dat kunnen ook natuurrampen zijn. Volgens een van A. Toynbee afkomstige theorie is er een nauw verband tussen uitdaging en ontwikkeling van technologie en wetenschap. Zonder uitdaging is er meestal geen ontwikkeling. Wanneer er een uitdaging ontstaat voor het gewone dagelijkse leven, reageren de leden van de maatschappij om het eigen leven te handhaven.

Uitdaging kan van een geografische omgeving als natuurrampen komen. Natuurrampen zijn zonder twijfel een serieuze uitdaging voor de mens. De Nederlandse geschiedenis is een perfect voorbeeld daarvan. Uitdagingen die uit de zee voortkwamen zoals overstromingen, hebben Nederland tot een vooraanstaand land gemaakt als het gaat om watertechnologie. We kunnen stellen dat wanneer er geen uitdaging geweest zou zijn, er ook die ontwikkeling niet geweest zou zijn.

En ten derde hebben de natuurrampen de functie om degenen die narcistische en sadistische tendensen hebben, te rehabiliteren. Natuurrampen waarschuwen ons dat de wereld van sadisme en narcisme sterk verbonden is met vergankelijkheid. Alle machten en goederen zullen in een bepaalde tijd vergaan. Bij natuurrampen kunnen zulke mensen zelf ervaren dat zij geen almacht en eeuwige levensduur hebben. Aan het einde zal iedereen worden afgerekend op wat zij of hij hier gedaan heeft. Dan raak je aan het pedagogische aspect van een ramp.

Hoe kan men predestinatie en natuurrampen met elkaar rijmen?

Allereerst beweert de islamitische theologie dat Gods soevereiniteit en manifestatie in het heelal, en zo ook op natuurprocessen, onafgebroken is. Anders zou al het bestaande tot ‘niets’ vervallen. Dus hebben alle dingen van atomen tot melkwegstelsels een voortdurende relatie met Gods wil en macht. Aan de andere kant is Gods kennis alomtegenwoordig en eeuwig. Van tevoren kent God alle komende dingen. En God heeft oneindige doeleinden in een bepaalde zaak, bijvoorbeeld in een natuurramp. Daarmee kan God sommige mensen belonen en anderen bestraffen vanwege hun schulden.

Maar als wij kijken naar de menselijke kant, zien wij dat ten eerste Gods kennis geen macht heeft om de komende dingen te beïnvloeden. Ook niemand kan van tevoren Gods kennis kennen. Dus moet de mens zijn ratio los van de predestinatie gebruiken om een optimale weg te kunnen vinden. Deze optimale weg kan zijn of haar lot zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de tweede kalief Omar: toen hij hoorde dat zijn leger aan een infectieziekte leed, schreef hij zijn commandant dat hij zo snel mogelijk zijn leger naar een ander gebied moest dirigeren. Sommige mensen vroegen hem waarom hij vluchtte van Gods lot. Hij gaf als antwoord: ‘Ja, ik vlieg van het ene lot naar een ander lot.’ Je zou kunnen zeggen: zonder lot of predestinatie is er geen balans. Maar omgekeerd, zonder vrije wil ontbreekt ook een balans en dus een harmonie.

Wat is, tot slot, de mening van de islamitische theologie over de rol van satan?

Satan is een gemeenschappelijk idee in de monotheïstische godsdiensten. Er zijn heel veel verzen in de Qur’an die duiden op het werk van satan, maar de Qur’an verschaft geen duidelijkheid over de essentie en de geschiedenis van satan. Alleen zijn acties worden daar vermeld. 

Zonder examen geen succes en geen slagen

Theologisch gezien kan men de bovengenoemde vraag zo beantwoorden: Waarom heeft God satan geschapen? Er is geen inconsequentie tussen Gods wijsheid en het bestaan van satan in de wereld. Omdat deze wereld een sfeer van ‘examen’ heeft. Satan is een belangrijk instrument om mensen te testen. Zonder examen geen succes en slagen. Zoals ik al zei vormen uitdagingen een stimulerende motivatie voor menselijke talenten en capaciteiten. In deze context vervult satan een functie. Satan is een serieuze uitdaging voor de mensheid. Bij het misleidende werk van satan volgt men hetzij satan, verkiest men een narcistisch en egoïstisch gedrag en gelooft dan niet in God; hetzij volgt men zijn ratio, en gelooft in God. Iedereen heeft genoeg verstand om een goede eigen weg te vinden. Dus moeten alle mensen met hun onbegrensde talenten een volmaakt succes trachten te bereiken. Dat is mogelijk.

— Alle Hoekema is doopsgezind predikant en hoofddocent Missiologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.