De heilige is dood; sterren wijzen ons de weg 

Een van de meest bekeken videoclips van 2011 op YouTube begint met een dozijn motorrijders à la de Hell’s Angels die over een Amerikaanse snelweg rijden. In rode letters staat er JUDAS en een kruis. Lady Gaga zit achterop bij the leader of the pack. Hij draagt eerst een helm en daarna een gouden doornenkroon. Op de leren jacks staat geen ‘Hell’s Angels’, maar we lezen er: Thomas, Peter, Philip, John, Judas. Lady Gaga kijkt naar Judas. De dampende muziek van het nummer Judas begint. De wervelende videoclip is sinds haar verschijnen in voorjaar 2011 maar liefst 112 miljoen keer bekeken op YouTube. 

De religieuze symboliek en bijbelse verwijzingen zijn overdadig. Lady Gaga bezingt als een Maria Magdalena dat Jezus haar deugd is, maar dat haar liefde uitgaat naar de foute man Judas. Zelfs als hij haar drie keer zal verraden, zal zij zijn voeten met haar haren wassen. Of haar tienerpubliek de vele bijbelse verwijzingen van Lady Gaga (zelf geboren in 1986) nu snapt of niet: het is een van de grootste hits van 2011 en zijzelf is volgens Time Magazineeen van de meest invloedrijke mensen ter wereld.

We hebben een aangeboren behoefte aan voorbeelden, rolmodellen, helden, sterren en heiligen

Religiositeit leeft

De kerkelijke situatie is Nederland lijkt niet rooskleurig: volgens het Sociaal Cultureel Planbureau heeft de Nederlandse burger weinig vertrouwen in de kerk. Het kerkbezoek loopt volgens onderzoek van Kaski terug en volgens marktonderzoeksbureau Motivaction sluit de kerk slechts aan bij twee van de acht ‘mentality’-groups die de Nederlandse samenleving kent. Daarbij lijkt traditionele religiositeit in het algemeen in het verdomhoekje te zitten: religieuze slacht en besnijdenis krijgen er van langs in de media en politiek. 

Je zou denken dat religiositeit daarmee ook afgedaan heeft voor jonge mensen. Het tegendeel is het geval. Religiositeit in brede zin leeft volop. Helden en idolen van nu zijn de moderne heiligen die graag gebruik maken van religieuze symboliek. Of dat goed nieuws is voor de traditionele kerken, valt te betwijfelen. Alleen de traditionele burgerij (zestien procent van de bevolking) en de postmaterialisten (tien procent) worden door bijvoorbeeld de Protestantse Kerk in Nederland bereikt. Spannend is wel dat elke mentality-groep haar eigen spirituele vragen en behoeftes heeft. En misschien ook haar eigen heiligen? Sociale wezens die we zijn – kuddedieren zelfs – hebben we een aangeboren behoefte aan voorbeelden, rolmodellen, helden, sterren en heiligen.

Mentality-milieus in Nederland

1. traditionele burgerij                 16 % 

(60+, afnemend in aantal, kerkelijk betrokken)

2. moderne burgerij                      22 %

3. gemaksgeoriënteerden            10 %

4. opwaarts mobielen                   13 %

5. nieuwe conservatieven            8 %

6. kosmopolieten                           10 %

7. postmaterialisten                      10 % (kerkelijk betrokken)

8. postmoderne hedonisten       11 %

Op www.motivaction.nl kun je zelf de test doen om te zien waar je bij hoort.

Dood en levend

Willem Frijhoff exploreerde als hoogleraar in de geschiedenis van de Nieuwe Tijd aan de Vrije Universiteit in zijn boek Heiligen, idolen, iconen (1998) de verschillen, overeenkomsten en interferenties tussen deze begrippen.

Er zijn verschillen tussen deze begrippen aan te geven, maar in het maatschappelijk gebruik lopen ze in elkaar over. Historisch zijn er ook constanten aan te wijzen: omdat protestanten iets tegen het begrip heiligen hadden, gebruikten zij de term ‘vromen’, maar de praktijk van het ten voorbeeld stellen van iemands leven bleef hetzelfde. 

Jan Peter Margry stelt in zijn boek Shrines and Pilgrimage in the modern world (2008) dat graven van politici, artiesten, muzikanten en sporters de nieuwe niet-kerkgebonden bedevaartsoorden zijn. Hij beschrijft in zijn boek bijvoorbeeld hoe bezoekers van de graven van Tito, Elvis Presley en Jim Morrison zich als pelgrims gedragen. 

Vooropgesteld moet worden dat het woord heilig anno nu in is onmin geraakt. Navraag onder mijn tienerkinderen en twee nichtjes levert op dat heiligen dood moeten zijn, idolen levend. Heiligen staan hoger dan idolen. Dit onwetenschappelijk kwalitatieve onderzoek zegt me, dat men bij een heilige denkt aan Franciscus van Assisi en ook aan Jezus, hoewel strikt genomen geen heilige. Idolen van hen zijn: Justin Bieber, Lady Gaga, One Direction en Spiderman. Justin Bieber en Lady Gaga zijn popsterren die beide muzikaal begaafd zijn en hun eigen nummers schrijven en uitvoeren, One Direction is een Engelse boy band. Spiderman is de stripfiguur die ook filmheld is. Als idool geldt ook Amy Winehouse, de in 2011 overleden singer-songwriter, berucht om haar drank- en drugsgebruik. Een idool kan dus ook dood zijn.

Elvis Presley

Ik heb me eerder gebogen over een dood idool: Elvis Presley. Tijdens een collegereeks voor studenten Amerikanistiek over Elvis als hedendaagse heilige, kwamen de studenten tot de conclusie dat Elvis-fans zelf huiverig zijn om te spreken over hun idool in termen van ‘heilige’ of onwillig zijn om hun verering religieus te duiden. Woorden als ‘religie’, ‘kerk’ en ‘heilig’ behoren blijkbaar tot een andere leefwereld, een ander taalveld. 

Fans praten met zo veel devotie over hun idool dat de indruk die gewekt wordt,
toch die van gelovigen is

Opmerkelijk is wel dat de geïnterviewde fans met zo veel devotie en emotie over hun gevoelens voor Elvis praten, dat de indruk die gewekt wordt toch die van gelovigen is. Hun eigen leven en lijden wordt zinvol en dragelijk doordat men troost vind in de muziek van Elvis en in het onderzoeken van het leven en lijden van hun idool. 

In 2011 heb ik een viertal meerdaagse vormingsdagen gehouden met militairen onder de titel ‘I did it my way’, levenslessen van Elvis Presley. Daarin liepen we door het leven van Elvis, langs hoogte- en dieptepunten en vervolgens door onze eigen levens. Uit die gesprekken bleek dat Elvis en zijn muziek vreugde biedt bij de hoogtepunten in de levens van de deelnemers, denk aan verliefdheden en huwelijken en troost bij de dieptepunten: echtscheiding, ziekte, rouw. Ook stelden we de vraag: ‘Wat zou je wel en wat zou je niet willen overnemen van Elvis?’ Van Elvis als mens wilde men bijvoorbeeld wel het charisma, de energie, het talent en de gulheid overnemen, maar niet zijn eenzaamheid, zijn depressie, zijn verslaving en zijn onzekerheid.

Bezoedeld

Ik durf te stellen dat anno 2012 zowel de term heilig bezoedeld is, alsook de term idool. Klinkt de eerste te verheven, klassiek en religieus, de tweede klinkt niet-intellectueel en onvolwassen. Met beide wil je als weldenkende Nederlander niet geassocieerd worden. Toch heeft elke sociale laag van onze samenleving haar helden, idolen, sterren en heiligen. Zelfs Nederlandse atheïstische intellectuelen onttrekken zich niet aan dit fenomeen. Onder niet-gelovige intellectuelen heeft Charles Darwin bijvoorbeeld de status van heilige. In het planetarium van Artis is zijn reis met de Beagle verfilmd als ware het een hagiografie. Ook Nietzsche, Freud en Einstein hebben zo’n heilige status. In de wereld van wetenschap is de Nobelprijs zoveel als een heiligverklaring, of op zijn minst een zaligverklaring. Andere erflaters van onze cultuur hebben ook een heilige status, uit de wereld van de klassieke muziek: Bach, Mozart, Beethoven. In de wereldpolitiek geldt iemand als Nelson Mandela of de Dalai Lama als lichtend voorbeeld, een heilige. In de ogenschijnlijk no nonsense wereld van bedrijfsleven en technologie komen ook heiligen voor: toen in oktober 2011 de oprichter van computerbedrijf Apple, Steve Jobs, overleed werd hij op slag heilig verklaard. Liefhebbers van de door hem ontwikkelde computerapparatuur staken spontaan kaarsje aan bij Apple-stores overal ter wereld. De held wordt ster, wordt idool, wordt heilig. En raakt in vergetelheid: hij is heilig voor even.

Erflaters van onze cultuur
– wetenschap, klassieke muziek, politiek, bedrijfsleven, technologie – hebben ook een heiligenstatus

Niet het eeuwige leven

Politieke helden hebben het zwaar anno nu. In 2011 vielen de standbeelden van onder andere Ghadaffi en Mubarak. Het volk kiest nu zelf zijn helden en heiligen. Sinds de hausse aan talentenshows als Idols, X-factor en The Voice of Holland weten we dat we allemaal zelf een ster kunnen worden, een idol. Maar door het zo te benoemen, ben je het meteen ook niet. Oude gezagsdragers verliezen hun status: een minister of (voormalig) minister-president wordt duchtig aan de tand gevoeld door journalisten of een parlementaire enquêtecommissie. Buitenlandse kopstukken als Dominique Strauss-Kahn of Jacques Chirac verliezen hun oppermachtige status en belanden voor de rechter. We gunnen iedereen de ‘fifteen minutes of fame’ van Andy Warhol, maar eisen ook iets: ‘What goes up, must come down’

In onze eigen geschiedenis figureren ook politieke helden. Maar wie van ons kent Jan van Speijk nog, laat staan vereert hem? Deze jonge marineofficier blies zichzelf in februari 1831 op en met hem vele Belgen, om te voorkomen dat zijn schip in handen van de vijand viel. Op slag was hij een held. Restanten van zijn uniform werden eerbiedig bewaard en tentoongesteld. Bij Koninklijk Besluit werd diezelfde maand bepaald dat er altijd een marineschip naar hem genoemd moest zijn (wat nog steeds het geval is!). Maar we zijn niet meer trots op wat Van Speijk heeft gedaan, zo we het nog weten. Politieke helden hebben niet het eeuwige leven. Militaire helden evenmin: de Afghanistan-veteraan Marco Kroon kreeg de Militaire Willemsorde toegekend voor heldhaftig optreden; tegelijk werd hem een proces aan de broek gedaan vanwege vermeende drugshandel en verboden wapenbezit. De held anno nu staat onder curatele.

Met dank aan de media

Ondanks dat niemand op voorhand heilige of idool wil zijn, en we er liever niet voor uitkomen dat we een idool of heilige hebben, zijn er altijd idolen onder ons en dienen nieuwe zich aan. In de wereld van de populaire cultuur gevuld met popmuziek, celebrities en films heeft iedere generatie haar heiligen. De babyboomers hadden James Dean, Elvis, Jim Morrison, John Lennon. Radio, televisie, vinyl en tijdschriften waren de media waarmee zij hun publiek bereikten. De generatie X heeft Kurt Cobain, Tupac Shakur, Lady Diana en Michael Jackson als heiligverklaarde doden. Televisie, tabloids (roddelpers), videoclips en cd’s waren de media die aan hun sterrenstatus bijdroegen. Daarnaast zijn er nog levende heiligen als Bob Dylan, Bono, maar ook Oprah Winfrey. Voor de huidige generatie tieners zijn er de al eerder genoemde Justin Bieber en Lady Gaga. Justin Bieber, geboren in 1994, is een Canadese zanger die via filmpjes die zijn moeder op YouTube zette, ontdekt is. Zijn roem en succes is onlosmakelijk verbonden met de opkomst van de sociale media als YouTube, Twitter en Facebook. De held, idool, ster of heilige is niet alleen een sociaal fenomeen – het bindt een groep – maar is ook verbonden met de technische media van zijn of haar tijd. Ging de verkondiging van het heiligenleven vroeger via successievelijk verhalen, liederen, fresco’s, beelden, schilderijen en sinds de boekdrukkunst via boeken en sinds film en televisie via de moderne media; nu gebruiken onze idolen de sociale media. 

Een held, idool, ster of heilige
is niet alleen een sociaal fenomeen,
maar is ook verbonden met de technische media van zijn tijd

Schijn bedriegt

Ogenschijnlijk zou je kunnen constateren dat oude heiligen verdwenen zijn, dat de kerkelijkheid verdwijnend is en dat de nieuwe idolen en heiligen ons weinig verheffends voorhouden. Maar de schijn bedriegt. Want een opmerkelijk verschijnsel vind ik dat veel beroemdheden geen geheim maken van hun geloof of fascinatie voor religie. 

Een opmerkelijk verschijnsel:
veel beroemdheden maken geen geheim van hun geloof of fascinatie voor religie

Behalve in de aangehaalde clip over Judas heeft Lady Gaga het op haar laatste cd ‘Born this way’ in verschillende nummers over Jezus of God. In de titelsong zingt ze ‘it doesn’t matter if you love him of capital H.I.M.’ en bezingt ze dat het goed is zoals je geboren bent: homo, hetero, bi, lesbisch of transgender: ‘I’m beautiful in my way’, ‘want God maakt geen fouten’. Een religieuze verdediging van homoseksualiteit kan natuurlijk als blasfemisch worden opgevat, wat dan ook prompt gebeurde. Kenners zijn overtuigd van Lady Gaga’s oprechte bedoelingen richting homo’s en richting God, waarbij ze de controverse niet schuwt. Op dezelfde cd staat het nummer Bloody Mary waarin ze weer lijkt te zingen als Maria Magdalena tegen Jezus:

‘And when you’re gone I’ll tell them my religion’s you. When Pontius comes to kill the king upon his throne I’m ready for their stones. I’ll dance (…) Like Jesus said (…) Forgive him before he’s dead’. 

‘Als je weg bent, zal ik hen zeggen dat jij mijn geloof bent. Wanneer Pontius komt om de koning op zijn troon te doden, ben ik klaar voor hun stenen. Ik zal dansen … Zoals Jezus zei. Vergeef hem voor hij dood is.’ 

Tekst en beelden zijn voor meerdere uitleg vatbaar, maar op zijn minst kunnen we stellen dat Lady Gaga religieuze symboliek aantrekkelijk vindt. 

Minder controversieel is Justin Bieber, die in zijn liedjes geen religieuze verwijzingen heeft, maar er in interviews geen geheim van maakt dat hij christen is. Elke dag bidt hij en leest hij uit de Bijbel, volgens een vraaggesprek met de Britse krant The Guardian

Speels en lichtvoetig

Dichter bij huis zijn er ook onverwachte Bekende Nederlanders die een positieve kijk op geloof hebben. Presentatrice Yolanthe Cabau van Kasbergen is de vrouw van voetbalinternational Wesley Sneijder. Van hen was al bekend dat Wesley Sneijder vanwege haar katholieke geloof ook rooms-katholiek was geworden. Op Twitter meldde Yolanthe onlangs dat zij beide eenzelfde tatoeage hebben laten plaatsen: ‘Even though I walk through the valley of the shadow of death, I will fear no evil’ (psalm 23). Dit bleef op Twitter en in de kerkelijke pers niet onopgemerkt. Ik vind het een geestig signaal dat, hoewel officiële religiositeit afneemt, onze helden, sterren, idolen hun christelijke taal en beelden gebruiken. 

Zijn of worden zij als moderne heiligen onze voorbeelden? De vraag is of de officiële kerken, theologen en voorgangers deze wilde religiositeit kunnen duiden, toepassen, benutten. Ik ben ervan overtuigd dat er een heel creatief, spiritueel veld braak ligt, waarop zich pakweg acht mentality-groepen bewegen (samen zo’n zeventig procent) van de bevolking, waar de officiële kerken zoals de Protestantse Kerk in Nederland en de rooms-katholieke Nederlandse kerkprovincie nog veel terrein zouden kunnen winnen. 

Kijken we neer op deze religieuze uitingen in de populaire cultuur of beseffen we dat we die serieus moeten nemen? Alleen al de speelsheid en de lichtvoetigheid waarmee bijbelse verwijzingen worden opgenomen in de populaire cultuur is iets waar ik blij en optimistisch van word.

― Fred Omvlee is predikant bij de marine, Elvis-deskundige en winnaar van de Webfish Award 2011 aanmoedigingsprijs Social Media.