Het beste komt nog 

Zonder ronddraaiende hijskranen is een stad een dooie boel. Een stad is altijd in aanbouw, dat geldt ook het nieuwe hemelse Jeruzalem, vinden twee Haarlemse herders. Beiden zijn in hun stad tegenwoordig, de een als pastor van een diaconale gemeenschap, de ander als gemeentestichter. TussenRuimte vroeg hen naar hun hoop voor de stad.

Pastor Jurjen Beumer is directeur van Stem in de Stad, een oecumenisch diaconaal centrum in Haarlem. Beter nog, een diaconale gemeenschap waar mensen hun levens met elkaar delen (www.stemindestad.nl).

Dick van den Boogaart is gemeentestichter in de Haarlemse Schalkwijk. Hij is te vinden in Het Open Huis, uitgaande van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Een gemeenschap zoals de eerste christengemeente uit Handelingen 2 en een ontmoetingsplaats waar mensen God kunnen zoeken en vinden (sw.cgkhaarlem.nl).

Welke mensen bereiken jullie met Stem in de Stad en Het Open Huis en wie tot jullie leedwezen niet?

Jurjen Beumer: Stem in de Stad is een oecumenisch diaconaal centrum, of liever een diaconale gemeenschap waar mensen hun levens met elkaar delen. ‘Mensen’ klinkt te vaag, want mensen bestaan in soorten en maten. Er zijn vrouwen en mannen, arme mensen en rijke mensen, gekleurde mensen en witte mensen, hetero’s en homo’s, autochtone mensen en allochtone mensen, vreemdelingen ver van huis op drift geraakt, en onder hen mensen die een plaats hebben gevonden in ons land. Er zijn mensen die een dak boven hun hoofd hebben, en er zijn zij die dakloos op straat leven. Er zijn mensen die volop te eten hebben en mensen die niet te eten hebben. Te midden van hen onze tweehonderd vrijwilligers, verdeeld over zeven diaconale afdelingen en gecoördineerd door negen beroepskrachten. 

Sámen vormen al deze mensen een gemeenschap-van-uitersten, die elkaar niet aanzien op wat ze niét hebben of wie ze niét zijn, maar op wat ze samen kunnen wórden. Gastvrijheid is hun interactie en compassie is hun hartstocht. Ze laten zich geestelijk voeden door de Medelijdende, door Christus zelf. Dit alles wordt beleefd en vorm gegeven in een open spiritualiteit, ook naar andere godsdiensten en religieuze stromingen. 

Dick van den Boogaart: We bereiken met Het Open Huis mensen uit allerlei lagen en achtergronden en culturen. Sociaal zwakkeren en eenzame mensen komen vooral voor de inloop (contact), voedselbank, kledingwinkel, voor open maaltijden en maatschappelijk werk annex diaconale hulp. 

We komen in contact met mensen die bijvoorbeeld kleding inbrengen of mensen aanmelden voor taalles en geïnteresseerd zijn in de werking van Het Open Huis. De cursisten van de taalles van de afgelopen tijd zijn niet alleen meer afkomstig uit Turkije of Marokko, maar komen uit veel verschillende landen, zoals Latijns-Amerikaanse en Aziatische landen. Ze zijn niet per definitie armlastig of sociaal zwak, maar zijn vaak voor werk of huwelijk naar Nederland gekomen. Ook ontmoeten we veel Oost-Europese mensen en au-pairs uit de hele wereld. 

Via de presentie met de marktkraam in het winkelcentrum komen we in contact met de doorsnee van de samenleving: mensen die op zoek zijn naar zingeving, of mensen met ressentiment tegen het christelijk geloof. Via het aanbod van de Alpha-cursus komen mensen van allerlei achtergrond binnen die graag meer willen weten van het christelijk geloof. 

Wie we niet bereiken? De doorsnee gezinnen die een vol en drukbezet leven hebben.

Hoe kan de kerk op haar best aanwezig zijn in een hedendaagse Nederlandse stad?

Jurjen: Door steeds meer te leren denken en handelen van buiten naar binnen. Zeker, de kerk (binnen) heeft een woord voor de wereld, maar omgekeerd geldt evenzeer dat ‘de wereld’ (buiten) een woord voor de kerk heeft. De Eeuwige is niet gebonden aan kerkgrenzen, maar gaat zijn ‘ongekende gang’ door de wereld van natuur en cultuur, door de hectische wereld van de steden en daarbinnen vooral door de harten van verlangende mensen. De ‘arme’ heeft hierin altijd een leidende rol en een ereplaats. Degenen die niet mee kunnen komen zijn de gidsen. Zij leren ons elke dag het evangelie opnieuw verstaan, voorbij de bekende kerkelijkheid en voorbij de bekende theologische dogma’s. De kerk, de wereld, ze zijn altijd in staat van wording. Het beste komt nog.

De kerk, de wereld, ze zijn altijd in staat van wording

Dick: Door middel van een open houding en actief wervende aanpak. Het blijkt dat meer mensen geïnteresseerd zijn in geloof en christendom dan we geneigd zijn te denken. Oprechte belangstelling en een open, transparante opstelling zijn voorwaarden om op een goede manier als kerk in de samenleving aanwezig te zijn. Met een breed aanbod van activiteiten bereik je veel verschillende doelgroepen. Mijn ervaring is dat Het Open Huis door deze aanpak een doorsnee van de samenleving in de wijk bereikt. De bezoekers van de wekelijkse samenkomsten zijn multicultureel en zeer divers van kerkelijke en niet-kerkelijke achtergrond. Ik ben dankbaar dat onze kerk een afspiegeling van de wijk is, dankbaar dat blank en bruin en rijk en arm daar een onderdak en een schuilplaats vinden.

Moeten (stads)mensen bekeerd worden en wat is daarvoor dan nodig?

Dick: Johannes 3 vers 16. Het is geen kwestie van moeten, maar van wat God wil. Als God wil dat een ieder behouden wordt, zie ik het als mijn opdracht  om dat goede nieuws aan mensen bekend te maken. 

Voor bekering is nodig dat iemand het de (stads)mensen vertelt. De boodschap zal alleen geloofwaardig zijn als je er zelf voor honderd procent van overtuigd bent dat dat de wil van God is. Zo ben ik er ook voor honderd procent van overtuigd dat niet ík mensen bekeer, maar dat God levens verandert door de ontmoeting met Hem. En onderschat het werk van de Heilige Geest niet!

Jurjen: Bekering in de traditionele zin van ‘anderen overtuigen van hun ongelijk en jouw eigen gelijk’ is een theologisch misverstand. De Eeuwige heeft al een relatie met mensen voordat de overijverige bekeerder de ander aanspreekt. Die relatie is ons állen schepselmatig ingeschapen. Mensen zijn ‘vol’ van God, maar ze zijn dat onderweg kwijt geraakt of vergeten, daarom zoeken ze hun heil elders. Laten we eerlijk zijn, kerkmensen evengoed als andersdenkenden. Het verschil is wellicht dat de eersten nog fiducie hebben in de ‘vreemde vrijspraak’ van Godswege. En daar willen ze graag anderen in laten delen. Dus niet bekeren, maar communiceren. Niet het eigen gelijk opdringen, want wie weet kan de zogenaamde ‘ongelovige’ ons vanuit zijn verborgen relatie met God iets leren. Zomaar loop je God voor de voeten. 

Hoe zal het christelijke geloof in 2030 aanwezig zijn in een stad als Haarlem?

Jurjen: Volop, maar anders. Hoe? In ieder geval voorbij onze kerkelijke blauwdrukken en beleidsplannen, hoe nodig die ook elke keer weer zullen zijn. De Geest zelf zal ons brengen op plekken die we nu nog niet kennen. Ons laten meenemen op die ‘wind’ is spannend en uitdagend. Ecclesia semper reformanda is al een uitspraak uit de oude kerk, dat wil zeggen, de kerk zal zich altijd moeten veranderen. Wie in de navolging durft gaan, zal oogsten. 

Dick: Ik droom van een stad waar op vele plaatsen de mogelijkheid is om over God te spreken en met elkaar God te aanbidden. En dat is niet per definitie in een kerk. Een stad waar christenen vanuit de liefde van God met bewogenheid anderen in contact brengen met God en waar mensen thuiskomen bij hun Schepper en hemelse Vader en perspectief vinden voor hun leven.

De Geest zelf zal ons op plekken brengen die we nu nog niet kennen

Welke archetypische bijbelse stad beantwoordt het meest aan jullie beeld van de stad waar je werkt? Is zij zo slecht als Sodom, is zij vatbaar voor verandering als Ninevé of is zij als het nieuwe Jeruzalem in aanbouw? 

Dick: Het beeld van een nieuw Jeruzalem in aanbouw spreekt me het meest aan. Wij mogen hoop hebben, ook voor de stad, hoeveel onrecht en zonde er ook is. Hoop, omdat God de stad niet opgegeven heeft. Hoop omdat God zijn werk nooit zonder vrucht zal laten. Het nieuwe Jeruzalem zal een stad van vrede zijn: het is er nog niet, maar het zal er komen en onze stoutste verwachtingen overtreffen! 

Jurjen: Zoals een mens altijd nog mag worden wie hij of zij is – dat is de meegekregen kracht van Hogerhand – zo ook de stad waarin wij wonen. Ook een stad is altijd in aanbouw. Een stad zonder ronddraaiende hijskranen is een dooie boel. Dat geldt ook overdrachtelijk, de stad van vrede (jerusjalaim) is al onder ons in de Mensenzoon – wat een dynamiek geeft dat – maar blijft ook het wenkend perspectief tot God zal zijn alles in allen, mensen gelukkig en gezegend. 

― Aart Mak is predikant. Hij is verbonden aan de stichting Kerk zonder Grenzen die radiokerkdiensten en andere programma’s maakt en uitzendt via Radio Bloemendaal.