De pijn van een immigrant 

Afrikaanse migranten brengen vaak grote sociale en financiële offers om de reis naar Europa te ondernemen. Ze hopen er snel aan de slag te kunnen, zodat ze hun familie in Afrika geld kunnen sturen. De situatie in het nieuwe land blijkt echter vaak heel anders dan zij zich hadden voorgesteld. Stephen Okane uit Burkina Faso vertelt zijn verhaal. 

Stap Verder is een samenwerkingsproject van de Sociëteit Afrikaanse Missiën (SMA) en de Stichting Pastoraal Diaconaal Centrum Bijlmermeer (SPDCB). Stap Verder wil als kerkelijke organisatie een bijdrage leveren aan het welzijn van de inwoners van het stadsdeel Amsterdam Zuid-Oost, onder andere door Nederlandse lessen en taalmaatjes. Verder ondersteunt Stap Verder ouders bij de opvoeding en scholing van hun kinderen. Ook is er een kenniscentrum dat adviseert over toegang tot voorzieningen en gezondheidszorg. Stap Verder werkt samen met Dokters van de Wereld. 

‘Je kunt je afvragen hoe een architect hier als illegale immigrant beland is. Ik ben in Nederland, omdat ik geen werk kon vinden in mijn eigen land. In Burkina Faso is werk vinden voor ten minste tachtig procent afhankelijk van wie je kent. Ik noem dat het ‘mens-kent-mens’-syndroom. Het maakt niet uit hoe goed je kwalificaties zijn. Het kan gebeuren dat je een sollicitatiegesprek met goed gevolg afsluit, maar er dan achterkomt dat de baan toch aan een minder gekwalificeerd persoon wordt gegeven. Daar komt nog bij dat slechts een beperkt aantal banen beschikbaar is. Mensen worden dus op de verkeerde plaatsen ingezet. De gevolgen voor de economie zijn natuurlijk desastreus.’

Op straat

Stephen Okane, 29 jaar, behoort tot de stam van de Bobo in het Franstalige Burkina Faso. Hij is het oudste kind van zijn moeder, en het veertiende kind in een gezin van achttien kinderen. Zijn vader heeft vier vrouwen gehad; Stephens moeder is diens huidige vrouw. 

Toen Okane zijn vijfjarige opleiding architectuur aan de universiteit afrondde, wist hij aan een behoorlijke baan bij een ingenieursbureau te komen. Door de economische crisis verloor het bedrijf echter klanten en er werden geen nieuwe winstgevende contracten binnengehaald. Een reorganisatie werd ingezet, die begon met het ontslaan van de pas aangenomen medewerkers. Na een jaar en twee maanden stond Okane op straat. 

Gedupeerd

‘Ik wist dat het niet gemakkelijk voor mij zou zijn om nog een acceptabele baan te vinden in mijn land. Ik heb er geen belangrijke contacten, ik ken geen belangrijke politici of militairen die een goed woordje voor mij kunnen doen. Ik besloot daarom naar Europa te gaan. Ik moet voor mezelf zorgen en ook mijn jongere broers en zussen en mijn moeder financieel onderhouden. Mij werd verteld dat er in Europa voldoende werk te vinden was voor wie wilde werken, dat alles er goedkoop was en dat Nederland een van de weinige westerse landen die tolerant zijn ten opzichte van immigranten.’

Om naar Nederland te komen had Okane een visum nodig. Omdat hij niet voldoende middelen had om dit via een tussenpersoon te regelen, reisde hij zelf af naar de hoofdstad, naar Ouagadougou. Drie weken lang was hij een vaste bezoeker van de Nederlandse ambassade. Vanwege de lange rij mensen die een visum wilden aanvragen, stond hij er dagelijks al om vier uur ’s morgens en soms ging hij pas om zes uur ‘s avonds teleurgesteld terug naar zijn hotel. Maar ook na drie weken was hij er niet in geslaagd om een onderhoud te krijgen voor een visumaanvraag. 

‘Het was vreselijk. Toen het mij duidelijk werd dat ik toch een tussenpersoon nodig had om het visum te verkrijgen, moesten mijn moeder en ik offers brengen. Ik verkocht de weinige bezittingen die ik had en mijn moeder verkocht haar stukje land. Helaas ging de tussenpersoon die mijn oom van moeders zijde in dienst had genomen, er met al het geld – voor de kosten van het visum en zijn loon – er vandoor. Ik was gedupeerd. Dat nieuws kwam hard aan, vooral bij mijn moeder. Ze stortte in en bracht zelfs enkele dagen in het ziekenhuis door. Ik moest wel doorzetten.’

Verhoor op Schiphol

Uiteindelijk lukte het Okane om een visum te krijgen, bij de Franse ambassade in plaats van de Nederlandse. Omdat hij al zijn geld aan de zwendelaar had verloren, moest hij voor het vliegticket geld lenen van een privépersoon. Deze lening kon op zijn moeder verhaald worden. In juni 2012 kwam hij aan in Frankrijk, waar hij slechts een nacht doorbracht alvorens door te reizen naar zijn eindbestemming, Nederland. 

‘De aankomst op luchthaven Charles de Gaulle was een geweldige ervaring, op wat vertraging na en het feit dat ik een van mijn tassen kwijtraakte aan wat we in mijn land ‘vliegveldratten’ noemen. Het scenario op Schiphol was echter totaal anders. Op die ongelukkige dag had de marechaussee blijkbaar een tip gehad dat sommige passagiers illegale drugs bij zich hadden. Ook was men alert op een terroristische aanval op de luchthaven. De passagiers werden uitgebreid gecontroleerd en ondervraagd. Ik voelde me verward en angstig, omdat ik nooit eerder in mijn leven in zo’n spannende situatie verkeerd had. Op zeker moment leek het of ik een speciaal geval was, want ik werd wel drie uur vastgehouden door het veiligheidspersoneel en andere stafmensen die allemaal wel een vraag aan mij te stellen hadden. Een van hen vroeg mij waarom ik met een nieuw paspoort naar dit land was gekomen en waarom ik er voor koos om hier te zijn in plaats van in Frankrijk. Ik ging in die uren door een hel heen. Uiteindelijk werd ik na een intensief verhoor losgelaten.’

Voortdurende angst

Zijn verblijf in Nederland is voor Okane vooralsnog een diepe teleurstelling. ‘De zeven maanden die ik hier heb doorgebracht, hebben tot nog toe alleen maar meer ellende gebracht. Ik heb zeker niet gevonden wat ik had verwacht. Ik ben hierheen gekomen om te werken, geld te verdienen en mijn familie in Afrika te ondersteunen. Ook wilde ik hier de nieuwste kennis op het gebied van architectuur opdoen en spullen aanschaffen , om in Burkina Faso mijn eigen bedrijf te kunnen starten. Mij was echter van tevoren niet verteld dat ik hier een verblijfsvergunning nodig zou hebben om te mogen werken. Sinds ik hier ben aangekomen, heb ik nog geen dag gewerkt. Op dit moment kan ik niet eens voorzien in mijn eigen levensbehoeften, laat staan dat ik het geleende geld kan terugbetalen. De schuld had in november al afgelost moeten zijn.’

‘Omdat ik hier illegaal verblijf, kan ik mij tot overmaat van ramp ook niet vrij bewegen. Ik leef in voortdurende angst voor de politie. Als ik de aanwezigheid van agenten bespeur, stijgt mijn bloeddruk meteen pijlsnel. Je kunt hier blijkbaar zomaar aan uniformen komen: doordat burgers soms ook militaire uniformen dragen, is het voor een Afrikaan niet gemakkelijk om te onderscheiden wie wel en wie niet bij de politie hoort.’

‘Het taalverschil is ook een probleem. Ik ben sympathie gaan voelen voor analfabeten overal ter wereld. Door de taalbarrière essentiële informatie missen en daardoor niet weten wat er gebeurt, is het ergste dat je kan overkomen. Je weet niet of het overheidsbeleid in jouw voordeel of in jouw nadeel werkt. Je leeft in een totale black-out.’

‘Familie’ in Nederland

‘Maar nog is alles niet verloren. Ik houd vast aan mijn geloof. Het woord van God is mijn troost. God is bij mij geweest. Hij kent mij bij naam en weet waar ik doorheen ga. Hij zal mij zeker redden. Mijn kerk heeft mij heel goed geholpen. Ik voel me altijd weer opgelucht als ik naar de kerk ga. In de dienst vergeet ik mijn zorgen en dans ik mijzelf naar een feestelijk gevoel. Ik bid om een goddelijke ingreep. Soms ontvang ik hulp vanuit de gemeente; geestelijk, financieel en materieel. De kerk geeft soms financiële steun aan leden die geen werk hebben. De predikant en de leden bellen mij om te vragen hoe het met mij gaat. De kerk is echt mijn eerste familie in Nederland.’

‘Ook Stap Verder is voor mij als familie. Sinds een gemeentelid mij vertelde van deze organisatie, ben ik op diverse manieren geholpen. Ik kan nu gratis Nederlandse lessen volgen. Ik krijg er raad en waardevolle informatie, bijvoorbeeld hoe ik met goede advocaten in contact kan komen en hoe ik ondanks mijn verblijfsstatus toegang kan krijgen tot medische voorzieningen. De mensen van Stap Verder nemen telefonisch contact op als ze mij een tijd lang niet gezien hebben, om te vragen of alles goed is. Ze helpen als er problemen zijn met wettelijke instanties. Ze geven mij bovendien het gevoel dat ik er bij hoor. Ze verschaffen kleding via een kledingbank en koken soms voor mensen. Ze zijn experts in dienstbaarheid aan de mensheid.’

Kruis

Op de vraag of hij de keuze om te migreren betreurt, antwoordt Okane:

‘Als ik toen geweten had wat ik nu weet, had ik het risico zeker niet genomen om tegen hoge kosten hier naar toe te komen. Ik had mijn bezittingen en mijn moeders land niet verkocht en we hadden niet in de schulden gezeten. Het weer hier is vreselijk, vooral in de winter. De mensen hier zijn te individualistisch ingesteld. Ze zijn erg op zichzelf. Het spijt mij dat ik dit zeg, maar ik vind het leven hier te egocentrisch en te saai vergeleken met het gemeenschapsleven waar ik in Afrika aan gewend was. Als je hier vergeet om iets bij de supermarkt te kopen, hoef je na sluitingstijd niet meer aan te komen. In Afrika kun je altijd, ook midden in de nacht, aankloppen bij een winkelier om te kopen wat je nodig hebt. De winkelier mag dan tegen je schreeuwen of je vervloeken omdat je hem in zijn slaap hebt gestoord, maar uiteindelijk zal hij je geven wat je nodig hebt.’

Toch peinst Okane er niet over om terug te keren naar Burkina Faso.

‘Alleen ik weet waar ik doorheen ga hier. Als ik met mijn moeder bel, vertel ik haar dat het goed met mij gaat, om een tragedie te voorkomen. Als ik in mijn huidige toestand terug naar huis ga, zal mijn familie totaal verslagen zijn. Mijn moeder zal de teleurstelling niet kunnen verwerken en ik wil niet de oorzaak worden van haar vroege dood. Daarom wil ik mijn kruis alleen dragen. Ik weet dat God een weg voor mij zal banen, daar waar nu geen weg lijkt te zijn.’

Vertaling: Wilbert van Saane

– Man Collins is management consultant, creatief schrijver en vrijwilliger in de presentatiegroep van Stap Verder.