Het gaat niet alleen over ‘de ander’: Wereldraad komt op voor migranten in de marge

De Wereldraad van Kerken agendeert migratie niet zonder reden op de komende assemblee in Busan dit jaar. In westerse kerken is een perspectiefwisseling nodig, een leren denken en handelen vanuit het perspectief van de nieuwkomers. Wie in de marge gedrongen is, weet immers wat hoop van leven geeft en wat dat uitdooft.

Migratie en de impact daarvan op kerken staan hoog op de agenda van de Wereldraad van Kerken. Zowel diaconale als missionaire afdelingen van deze raad houden zich daar mee bezig. Dat geldt ook voor het Global Ecumenical Network on Migration (GEM), dat door de Wereldraad ondersteund wordt. Een theologische nota over migratie, ‘The Other is My Neighbour’, wordt op dit moment door de raad afgerond.1

Urgentiebesef en kennis van migratie zijn in westerse kerken zo vaak afwezig

In het debat over migratie klinken verschillende en soms tegengestelde stemmen. Het diaconale wereldraadprogramma Just and Inclusive Communities legt een sterk accent op de strijd tegen maatschappelijk onrecht en uitsluitingsmechanismen. De missionaire afdeling (Commission on World Mission and Evangelism, CWME) daarentegen zet in op getuigenis en dienst samen mét gemarginaliseerde migranten en op de vorming van multiculturele gemeenten als pleisterplaatsen. CWME duidt deze plaatsen aan als plekken waar migranten identiteit en heelheid van het bestaan kunnen hervinden en waar zending door de marge kan plaatsvinden.2

Wat zijn de gevoelige kwesties als het gaat over migratie? De gevoeligste kwestie is misschien wel dat in westerse kerken kennis van migratie zo vaak afwezig is en dat een urgentiebesef ontbreekt. Daarom eerst wat cijfers.

Migratie in cijfers

Meer dan 215 miljoen mensen wonen niet in het land waar zij geboren zijn. Dat is ongeveer drie procent van de wereldbevolking. Ongeveer negentig procent van alle migranten betreft arbeidsmigranten en hun gezinnen.3 Daarvan werken 96 miljoen mensen in de ‘ontwikkelde’ landen. Een deel van de migranten verlaat uit vrije wil het geboorteland. Maar dat is lang niet bij iedereen het geval. In veel gevallen zijn migranten uit hun huis gezet, vluchtten voor oorlog en geweld, voor extreme armoede of politieke instabiliteit, of vanwege schendingen van mensenrechten. Onvrijwillig (forced migration) verlieten 15 miljoen vluchtelingen en verhandelde mensen hun geboortestreek.4

Sinds 2000 vonden 15.656 migranten de dood bij pogingen het fort Europa binnen te komen

Naast de 215 miljoen migranten zijn er 12 miljoen statenloze mensen en 26 miljoen mensen die in eigen land huis en haard moesten verlaten (internally displaced persons). Als gevolg van klimaatverandering en natuurrampen zijn 20 miljoen mensen ontworteld geraakt. Dan zijn er vervolgens circa 900.000 asielzoekers,  

waarvan velen worden vastgehouden in detentiecentra en wachten op de afhandeling van hun aanvraag.

Nog twee dingen moeten we in dit verband noemen. Ten eerste dat migratie een belangrijke economische kant heeft. Arbeidsmigranten sturen veel geld naar hun families in de landen van herkomst. Grote arbeidsexporterende landen als India en de Filippijnen willen niet meer zonder deze inkomsten. De World Bank schatte dat door arbeidsmigranten in 2010 de som van 440 miljard dollar werd overgemaakt. Daarvan ging 325 miljard dollar naar ‘ontwikkelingslanden’.5

Ten tweede is migratie een levensbedreigende zaak. Tijdens de laatste bijeenkomst van de Global Ecumenical Network on Migration GEM (november 2012) rapporteerde Doris Peschke, coördinator van de in 1964 opgerichte Churches’ Commission for Migrants in Europe, dat sinds het jaar 2000 het schokkende aantal van 15.656 migranten aan de grenzen van ons continent de dood vond bij hun pogingen het fort Europa binnen te komen.6 Daarom stelde de Europese Raad van Kerken (CEC) in 2009 een jaarlijkse herdenking van deze doden in. Slechts weinigen in onze kerken zijn op de hoogte van deze cijfers en de jaarlijkse dag van voorbede. 

Migratie: recht of vloek?

Terug naar de gevoelige kwesties. Kerken in Europa leggen sterk de nadruk op de rechten van migranten, het onrecht van illegaliteit en van het sluiten van grenzen. De migrant zou vrij moeten zijn om zich elders te vestigen. Niemand vertrekt zomaar uit zijn of haar geboorteland. Economische migratie is geen kwestie van verwerpelijke fortuinzoekers die uit zijn op een deel van ‘onze’ zoete koek. Kerken leggen het accent op het recht van mensen om zich een goed bestaan te verwerven en de plicht van de economisch sterken om hun rijkdom te delen. Zij wijzen met nadruk op bijbelse verhalen over migratie en brengen de bijbelse ethische richtlijnen steeds weer onder de aandacht. Niet alleen Abraham was een migrant, maar ook Jezus zelf (voor hem was geen plaats in de herberg, en zijn ouders vluchtten met hem naar Egypte). Christenen omschreven zich als mensen van de weg, als bijwoners en vreemdelingen die zich voegden bij paroikia, de parochie als tijdelijke pleisterplaats van de gelovigen in diaspora. Migratie als recht.

Lang niet iedereen is het echter met deze positieve rights approach eens. In het Zuiden wordt dit niet zelden gezien als een eurocentrisch perspectief. Europeanen moeten zich verhouden tot de immigratiestroom en zoeken naar een positieve duiding van migratie. Vanuit arbeidsexporterende landen wordt echter aandacht gevraagd voor de vloek die migratie met zich mee brengt. Zo vindt vanuit de Filippijnen een enorme, en grotendeels vrijwillige, arbeidsexport plaats. De Nationale Raad van Kerken van de Filippijnen (NCCP) wijst er echter steeds opnieuw op dat deze emigratie zulke vormen aanneemt, dat talloze families verscheurd raken. Een moeder vertrekt als huishoudelijke hulp naar Hong Kong en laat kinderen over aan de zorg van een zus. Een zoon vertrekt als bouwvakker naar Dubai en laat de ouders achter. De NCCP waarschuwt met klem tegen een bijbels-theologisch discours dat migratie positief duidt. Het zou het vertrek slechts bevorderen, terwijl de raad de overheid oproept om een einde te maken aan de arbeidsexport. Voor de overheid is dat echter geen optie, want de revenuen uit het buitenland zijn te belangrijk voor de economie.

Wij en de ander

Een steeds weerkerende discussie is het spreken over de ‘ander’, de migrant. Het blijkt uiterst moeizaam, ook in ons Nederlandse taalgebruik, om de wij-zij-tegenstelling te doorbreken. ‘Zij’ blijven toch vooral degenen die zich legaal of illegaal in onze landen gevestigd hebben. Ook binnen de kerken blijkt het reacties op te roepen als de ‘ander’ onze diensten bezoekt of toegang zoekt tot onze theologische opleidingen. De migrant merkt te worden bekeken, te worden doorverwezen naar een migrantenkerk of het advies te krijgen eerst Nederlands te gaan leren. En dan gaat het nog over uiterst milde vormen van wij-zij-denken. Integratie vergt inzet van de ander, vinden we. In principe is dat waar, maar ‘wij’ reageren gevoelig als ‘zij’ zeggen dat integratie ook vergt dat ‘wij’ (meer) ruimte moeten scheppen voor de ander. Dergelijke othering is een pijnlijke kwestie, omdat ‘wij’ menen rationele argumenten te gebruiken en dat ‘zij’ toch niet aan de geldende normen van onze Nederlandse identiteit voldoen. Migratie en de bedreiging van onze identiteit liggen voor velen dicht bij elkaar.

We weten ‘hoe het heurt’ in onze kerken, en laten de ander daarin niet toe

Ook in onze kerken zijn we tot wederzijdse integratie en transformatie lang niet altijd bereid. We weten ‘hoe het heurt’: in onze gemeenten, opleidingen en beheer van ons bezit, en laten de ander daarin niet toe. Het gevolg is segregatie. Het gebruik van dat woord roept soms heftige reacties op, want als Nederlanders hebben we ons toch op grootse wijze ingezet om de apartheid te bestrijden. Maar toch hebben we in toenemende mate te maken met segregatie. ‘Wij’ en ‘zij’ vormen, juist op zondagochtend, totaal gescheiden werelden. Anders dan in traditionele immigratielanden als de Verenigde Staten en Australië, kennen we in Nederland nauwelijks internationale gemeenten. Mono-etnische gemeenten zijn er echter te over. Hoewel twintig procent van onze bevolking van oorsprong niet afkomstig is uit Nederland, is de Protestantse Kerk in Nederland een witte kerk gebleven. Predikanten met een ‘andere’ huidskleur zijn in haar gelederen nauwelijks te vinden. En hoewel de rooms-katholieke parochies veel migranten herbergen, is er nog geen Kongolese bisschop benoemd. Het wij-zij-denken overstijgen vergt ruimte maken voor de ander. Dat vergt delen van macht en invloed. En dat valt niet mee.

Werken aan oplossingen

Kerken zijn niet de enigen die worstelen met de effecten van migratie en daarop een antwoord willen formuleren. Ook overheden en internationale organisaties zoals de Verenigde Naties hebben migratie bovenaan de agenda staan. Kerken werken daarom samen met anderen en brengen het perspectief van migranten in. De lokale verankering van kerken is daarbij een grote meerwaarde. Naast lokale opvang van asielzoekers zijn kerken ook betrokken bij regionale netwerkvorming, bijvoorbeeld in de Golfregio. Kerken maken middelen vrij om bewustwording van migratie te bevorderen. Belangrijk daarbij is dat migranten zichzelf organiseren. Niet alleen het Nederlandse platform voor migrantenkerken SKIN is daarvan een voorbeeld, maar eveneens opleidingen van en door migranten, zoals Queen’s Foundation in Birmingham en de Amsterdam Bible Academy

De Wereldraad van Kerken agendeert migratie niet zonder reden op de komende assemblee in Busan dit jaar. De raad wil aandacht vragen voor deze urgente thematiek en aandringen op het formuleren van een oecumenische respons. Want veel meer dan wat nu gebeurt is nodig. In westerse kerken is een perspectiefwisseling nodig, een leren denken en handelen vanuit het perspectief van de nieuwkomers. Willen we in onze kerken en organisaties werkelijk ruimte maken voor nieuwkomers, voor hun perspectief op het leven in en vanuit de marge, dan zullen we bereid moeten zijn migranten een belangrijke rol in de vormgeving van onze zending toe te vertrouwen. Wie in de marge gedrongen is, weet immers wat hoop van leven geeft en wat dat uitdooft.

Wat we vroeger in het zendingswerk als uitgangspunt namen, horen we ook in de eigen context serieus te nemen: inculturatie en integratie vergen bereidheid om te veranderen. Dat gaat niet alleen over de ander, maar evenzeer over onszelf. 

Noten

1 De schrijver van dit artikel is medeauteur van deze WCC-nota.

2 Zie hiervoor ook de nieuwe WCC-zendingsnota ‘Together Towards Life’.

3 International Labour Migration: A Rights Based Approach, 2010. International Labour Organization: Geneva, 4.

4 Global Trends 2011. United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR): Geneva, 2-5.

5 World Bank’s Migration and Remittances Factbook 2011, http://go.worldbank.org/QGUCPJTOR0.

6 ‘Day of intercession in memory of those who have died at the borders of the EU’; www.ccme.be.

– Gert Noort is directeur van de Nederlandse Zendingsraad.