‘Licht reizen en simpel leven’ Reflecties op het welvaartsevangelie 

Onlangs vroeg ik aan mijn neef waarom hij niet meer naar de kerk ging op zondag. Hij vertelde mij dat hij, in antwoord op de prediking van zijn voorganger, zijn Volkswagen aan de kerk had gegeven in de verwachting dat hij van God een Mercedes Benz zou krijgen. Toen dit na enkele maanden nog niet had plaatsgevonden, vond hij dat God hem teleurgesteld had en hij besloot niet meer naar de kerk te gaan. Ik zei hem dat God hem helemaal niet teleurgesteld had, maar dat hij was misleid. Mijn neef bezocht een kerk waar het welvaartsevangelie gepredikt werd en mijn neef werd meegezogen in de momenten van de offergaven. 

Het welvaartsevangelie is een van de snelst groeiende valse leringen wereldwijd en het verspreidt zich over verschillende denominaties. Volgens dit evangelie heeft iedere gelovige recht op de zegen van gezondheid en rijkdom. Deze zegeningen kun je ontvangen door positieve geloofsbelijdenissen en het ‘zaaien van zaadjes’, door het trouw afdragen van tienden en andere financiële offers. 

Hoewel de Bijbel bevestigt dat God goed voor zijn volk wil zorgen en in hun noden wil voorzien, maakt dit evangelie het najagen van materiële zaken tot een doel in zichzelf. Het welvaartsevangelie focust primair op materiële bezittingen, gezondheid en succes in het leven. De hoeveelheid aan bezittingen en gezondheid wordt gelijkgesteld aan Gods goedkeuring over iemands leven. 

Hermeneutiek van het offeren

Volgens Adeleye is het welvaartsevangelie voor de armen zelden goed nieuws.

In het verleden draaide de hele kerkdienst rond de prediking. In veel niet-westerse landen is dit hoogtepunt verschoven naar het tijdstip waarop de offergaven worden ingezameld. Deze tijd is het moment in de dienst waarin God rijkelijk kan zegenen. Het geven van gaven wordt gezien als een investering en als zaaien van zaadjes in een akker. Van het gezaaide hoopt men in de toekomst een veelvoud van God terug te ontvangen. Het Woord van God wordt verdraaid, om zo aan te kunnen tonen dat de offergaven centraal staan. In sommige kerken gaat de collecte zelfs gepaard met een minipreek om de gemeente aan te moedigen te geven. Dit is allemaal nog niet zo verontrustend wanneer het één keer per kerkdienst zou plaatsvinden. Maar het gebeurt regelmatig dat er per kerkdienst vijf of zes collectes worden gehouden.

Verdraaiing van het Woord

Het belangrijkste vers dat gebruikt wordt om gemeenteleden op te roepen ruimhartig te geven, is Lukas 6:38: ‘Geef, dan zal je gegeven worden; een goede stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt’ (NBV). Dit vers wordt met enthousiasme aangehaald en voorzien van een preek over de voordelen van offeren. Het vers wordt hiermee echter uit de context van de perikoop getrokken, want Lukas 6:38 staat in de context van Jezus’ onderwijs over liefde, barmhartigheid en onze relatie tot de ander. 

De perikoop begint in vers 37 met: ‘Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zal je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden’ (NBV). Als we Gods voorbeeld volgen, dan zullen liefde en barmhartigheid ons ervan weerhouden de ander te veroordelen, omdat gelovigen weten dat God hen zal behandelen zoals zij anderen hebben behandeld. 

De tekst gaat dus niet over het geven van financiële middelen aan God en zeker niet over de verwachting hier iets voor terug te ontvangen. Het gaat over liefhebben, vergeving en dienstbaarheid aan de ander, zonder daarvoor iets terug te verwachten. De tekst wordt verdraaid om te bewijzen dat God het geofferde in een veelvoud zal teruggeven. 

Weinigen die deze passage gebruiken als een basis voor het ophalen van de offergaven, refereren ook aan de krachtige woorden van Jezus over rijkdom in hetzelfde hoofdstuk. In Lukas 6:24-25 zegt Hij: ‘Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad. Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult hongeren. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen’ (NBV). 

Sommigen gebruiken ook de derde brief van Johannes vers 2 als ondersteuning voor het welvaartsevangelie: ‘Geliefde, voor alle dingen wens ik, dat gij welvaart en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart’ (SV). Maar wat bedoelt de apostel hier met ‘dat gij welvaart’? Welvaart is de vertaling van het Griekse woord euodoo, wat ‘een goede reis’ betekent. Wat de apostel hier dus zegt is: ‘Ik wens je een goede en gezonde levensreis toe.’ De woorden refereren niet noodzakelijkerwijs aan rijkdom. Waarom zou Johannes, een ooggetuige van het leven van Jezus, zeggen: ‘Voor alles wens ik dat je rijk bent’? 

De hermeneutiek van het welvaartsevangelie roept meer vragen op dan ze beantwoordt. Bijvoorbeeld: Wijst het evangelie mensen naar het kruis? Is de levensstijl van hen die profiteren van het onderwijs in overeenstemming met de ethos van het kruis van Christus? 

Een ding is zeker, Jezus verkondigde en onderwees het welvaartsevangelie niet! Alles wat hij onderwees over aardse bezittingen waren waarschuwingen . Hij zei heel duidelijk: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft’ (Lukas 12:15, NBV). In tegenstelling tot de predikers van vandaag waarschuwde Jezus tegen de misleidingen van rijkdom (Mattheus 13:22). Het najagen van rijkdom kan ervoor zorgen dat onze loyaliteit die aan God toekomt, alleen op geld is gericht. Hierdoor kan geld al snel een afgod worden. Daarom waarschuwt Jezus ons in Lukas 16:13: ‘Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen en de mammon’ (NBV). 

Wortels

De wortels van het welvaartsevangelie kunnen teruggevoerd worden tot de televisiedominees in de Verenigde Staten. Hetzelfde land, dat de rijke christelijke geschiedenis gevoed heeft met de opwekkingsbewegingen uit de achttiende eeuw en de evangelische traditie uit de twintigste eeuw, heeft het welvaartsevangelie verspreid over de hele wereld. Hierdoor is de kerk in vele delen van de wereld – Afrika, Europa en zelfs het Midden-Oosten, als ook landen die eerst gebukt gingen onder het communisme – geïnfecteerd met een persoonlijkheidscultus die weinig ruimte laat voor het kruis van Christus. Veel mensen in de kerk willen onder de sterke druk van de populaire cultuur wel voor Jezus leven, maar zonder dat ze hun hebzucht afleggen.

Jezus waarschuwde tegen de misleidingen van rijkdom

Tekortkomingen

‘Alle offergaven aan God zijn ten eerste een daad van aanbidding.’

Het welvaartsevangelie heeft de neiging om Jezus’ komst te vervormen tot een komst om ons rijker te maken in plaats van om ons te redden van onze zonden. Hoewel sommigen prediken dat Jezus kwam om ons te redden van zonden én om ons rijkdom te schenken, is een preek over schuldbelijdenis en bekering een zeldzaamheid. Dit vervormde evangelie slaagt er niet in om mensen te laten zien dat alle offergaven aan God ten eerste een daad van aanbidding zijn. In plaats daarvan leert het dat het offeren aan God een investering is die rendement moet opleveren. Het dwingt mensen te geven met de verkeerde motieven en met de suggestie dat ze een materiële beloning verdienen. 

Goed nieuws

Terwijl het welvaartsevangelie zich vaak voordoet als opkomend voor de armen, is het voor de armen zelden goed nieuws, omdat in de meeste situaties de herders hun kudde letterlijk kaalscheren. In antwoord op de manipulaties zijn de armen, die het zaad zaaien, niet degenen die rijk worden. De leiders en voorgangers dragen betere pakken, rijden in grotere auto’s en kopen grotere huizen. Er ontstaat een diep gevoel van ongerechtigheid en immoraliteit, als men denkt aan de benarde situatie en zwakheid van de armen. Sommigen blijven zaaien, terwijl er nauwelijks geld is voor een maaltijd, de huur of onderwijs. Het welvaartsevangelie is niets anders dan een verleiding tot een valse lering. Het is een onrealistische oplossing voor de uitdagingen van het dagelijks leven en het is in tegenspraak met de Bijbel. 

Voor wie werkt het? Voor hen die geven of voor hen die ontvangen?

Tevens reduceert het welvaartsevangelie God tot de ‘geest uit een fles’, die antwoord is op menselijke manipulatie. Door de impact van het welvaartsevangelie te bagatelliseren, wordt vergeten dat het Koninkrijk van God niet van deze wereld is. Maar het welvaartsevangelie werkt toch?, zeggen velen. De vraag is alleen: Voor wie werkt het? Voor hen die geven of voor hen die ontvangen? Belangrijker nog: wat gebeurd er met hen die zo teleurgesteld zijn, omdat ze gezaaid hebben maar geen vruchten hebben gezien, dat ze van het hele evangelie niets meer willen weten.

Antwoord op het welvaartsevangelie

Allereerst is het belangrijk te erkennen dat het welvaartsevangelie voornamelijk om geld draait en dat het in tegenspraak is met zowel het leven van Christus als met het doel waarvoor Hij stierf aan het kruis. Dit verkeerde evangelie trekt de status van geld op tot een status die God alleen verdient. 

Ten tweede moeten we de benarde situatie van de armen serieus nemen door dit evangelie af te wijzen en betere wegen te zoeken om in hun behoeften te voorzien. 

Ten derde is het goed om de uitspraak van John Stott serieus te nemen: ‘Het leven is een pelgrimage van het ene moment van naaktheid tot het andere’.1 Daarom moeten we licht reizen en simpel leven!

Noot

1 John Stott, Issues Facing Christians Today, London: Marshall Pickering, 1990, 246

Dit artikel is een bewerking van de lezing ’The properity Gospel: A Biblical Critique’, die Femi Adeleye hield tijdens de Focus Kenya Commission 2011, Kabarak University, Nakuru, Kenia. De tekst van de lezing is ook verschenen in William D. Taylor (ed.), Sorrow & Blood. Christian Mission in Context and Suffering, Persecution and Martyrdom, 85-90 

Vertaling: Arjan Schoemaker

– Femi B. Adelye komt uit Nigeria, woont in Ghana, heeft een master in theologie van de Universteit van Edinburgh en werkt voor IFES als Associate General Secretary for Partnership and Collaboration.