Ogbu Kalu en de eigen kleur van Afrikaans christendom 

De Nigeriaanse kerkhistoricus Ogbu Kalu vroeg aandacht voor de eigen geschiedenis van het Afrikaanse pinksterchristendom. Deze kerken en stromingen beschreef hij niet als een verlengstuk van de Amerikaanse pinksterbeweging, maar hij maakte duidelijk hoezeer ze geworteld zijn in het wereldbeeld en de cultuur van Afrika zelf.

Ogbu Kalu gold als een invloedrijke wetenschapper, die zich met veel passie inzette voor het onder de aandacht brengen van het Afrikaanse christendom. In 2009 overleed hij onverwacht, op 66-jarige leeftijd. Kalu, van Nigeriaanse afkomst, bracht een groot deel van zijn academische carrière buiten Afrika door. Desondanks, of misschien wel dankzij, heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het benadrukken van de eigenheid van geschiedenis en groei van het Afrikaanse christendom. Vaak wordt er een rechtstreeks oorzakelijk verband gezien tussen de aanwezigheid van de westerse zendelingen en de groei van het Afrikaanse christendom. Doordat Kalu veel aandacht had voor bewegingen die slechts zijdelings voortkwamen uit de inspanningen van de zendelingen, kon Kalu dat beeld verbreden.  

Een nieuwe kijk 

Ogbu Kalu (1942-2009) heeft ruim 25 jaar lesgegeven aan de University of Nigeria. Tot aan zijn overlijden was hij professor in World Christianity and Mission aan het McCormick Theological Seminary. Hij was lid van de Presbyterian Church in Nigeria en bekleedde daar verschillende leiderschapsposities. Ogbu Kalu was getrouwd en had vier kinderen. 

Om het religieuze landschap van Afrika te kunnen analyseren, verdeelt Kalu de Afrikaanse reactie op de activiteit van de westerse zendelingen in drie fases. Het gaat hier om groeperingen die los staan van de kerken die door de zendelingen zijn gesticht. 

Als eerste onderscheidt hij eind negentiende eeuw een beweging die de Afrikaanse identiteit sterk benadrukte, ook wel Ethiopian Movement genoemd. Deze beweging benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de Afrikanen was om Afrika te verlossen door het christendom. Hier worden al kiemen gelegd voor de latere ontwikkeling en groei van de pinksterbeweging. 

Als tweede onderscheidt hij de AIC’s, de African Initiated Churches die als profetische bewegingen ontstonden tussen 1910 en 1950. 

Als derde noemt hij de hedendaagse pinksterbeweging, die hij omstreeks 1970 ziet beginnen.

Ook al was Kalu getraind als historicus, hij verloor de theologische dimensie van deze bewegingen niet uit het oog. In tegenstelling tot andere wetenschappers had hij niet genoeg aan een sociologische verklaring voor de groei van het Afrikaanse christendom. De sociologische dimensie mag niet benadrukt worden ten koste van het spirituele aspect. Hij waarschuwt juist tegen een reductionistische verklaring voor het grote succes van de pinksterbeweging en wil meerdere facetten belichten. 

Er is een groot verschil tussen religieus taalgebruik dat gaat over hoop, optimisme en participatie in de overwinning van Christus aan de ene kant, en aan de andere kant een onderzoekstraditie waarin het pinksterchristendom vooral gezien wordt als een instrument om een beter leven te bereiken. De pinksterbeweging groeit, doordat ze de nadruk legt op de mogelijkheid van een intieme relatie met God en gelooft dat God ook daadwerkelijk ingrijpt in het leven om concrete problemen op te lossen.

Tegenwicht

Van blijvende betekenis is dat Ogbu’s werk een tegenwicht biedt tegen de veelheid aan interpretaties die de groei van het Afrikaanse christendom voornamelijk toeschrijven aan de activiteiten en inspanningen van westerse zendelingen. Zijn werk vormt een mijlpaal in het toe-eigenen van de Afrikaanse geschiedenis van het christendom door een nieuwe generatie wetenschappers. 

Die geschiedschrijving ziet er dan ook direct heel anders uit dan in het Westen gebruikelijk was. De Afrikaanse geschiedenis van het christendom wordt niet langer gerubriceerd onder zendingsgeschiedenis, maar wordt een onderdeel van de totale geschiedenis van religie in Afrika. Ook wordt de geschiedenis van de verschillende denominaties minder belangrijk. Het gaat dan ook niet zozeer om instituties, maar juist om de persoonlijke verhalen. Een oecumenisch perspectief is nodig, omdat de kerk gezien wordt als het verhaal van het menselijke antwoord op het goddelijke initiatief. 

Verworteling

Kalu zag de pinksterbeweging ook daadwerkelijk als een beweging, en niet als een instituut of kerkgenootschap met een vastomlijnde leerstelling en geschiedenis. Als beweging kent ze ook geen vast centrum of periferie, maar is ze dynamisch en sterk in ontwikkeling. Dit lijkt nogal een open deur, maar deze stelling dient in context geplaatst worden. Door dit zo te stellen wordt ontkend wat behoorlijk gemeengoed was of is: namelijk dat het Afrikaanse pinksterchristendom in een rechtstreekse lijn te herleiden was tot de opwekkingsbeweging in Azusa Street in Los Angeles in 1906. 

Kalu ging in debat met andere wetenschappers en was zo in staat om de heersende opvattingen over het pentecostalisme te bekritiseren en daar andere opvattingen tegenover te plaatsen. Theologisch is zijn analyse hier ook van belang. Hij legt de nadruk op het vrije werk van de Heilige Geest, die daadwerkelijk waait waarheen hij wil. De pinksterbeweging is dus op meerdere locaties, onafhankelijk van elkaar, ontstaan. Op deze manier kan ook de creativiteit van de Afrikaanse pinksterbeweging erkend worden. Waar anderen de laatste decennia vooral de continuïteit met de Amerikaanse pinksterbeweging benadrukten, focuste Kalu op de eigen inbreng en verworteling. Als het Afrikaanse pinksterchristendom daadwerkelijk Afrikaans is en geen verlengstuk van een Amerikaanse beweging, dan ligt de weg ook open om de continuïteit met andere Afrikaanse religieuze opvattingen te benadrukken. 

De pinksterbeweging maakt deel uit van de wijdere Afrikaanse zoektocht naar een religieuze identiteit. Ook bestaat er een duidelijke mate van continuïteit met het Afrikaanse pre-christelijke wereldbeeld, waar dan ook uit geput wordt. Bovendien wordt er ook een eigen en nieuw antwoord geboden op de uitdagingen waar Afrika op dit moment mee te maken heeft. 

Dimensies

De pinksterbeweging kreeg kleur in Afrika doordat ze zich expliciet verbond met het Afrikaanse wereldbeeld. In tegenstelling tot veel zendelingen nam en neemt de beweging dit wereldbeeld serieus. Daardoor kan er van binnenuit op een creatieve manier gezocht worden naar oplossingen voor de problemen waar mensen in het dagelijks leven mee te maken hebben. 

Kalu had de gave om dit wereldbeeld duidelijk en begrijpelijk voor te stellen. Ook al erkende Kalu natuurlijk dat Afrika als continent enorm divers is, toch geloofde hij dat er wel zoiets was als een wereldbeeld dat alle Afrikanen gemeenschappelijk hebben. Een kenmerk daarvan is dat de tijd gezien wordt als cyclisch. Dit betekent ook dat de dood niet het einde is, maar dat een persoon voortleeft in de geestenwereld. Er kan dan ook geen duidelijke scheiding gemaakt worden tussen de wereld van de levenden en van de doden. 

Als het gaat over de beleving van ruimte, dan is het belangrijk je te realiseren dat er drie verschillende dimensies te onderscheiden zijn: hemel, aarde (zowel land als water) en de geestenwereld van de voorouders. Aangezien deze drie met elkaar verweven zijn, is het niet mogelijk om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen het heilige en het gewone dagelijkse leven. 

Het succesverhaal van het pinksterchristendom in Afrika is voor een deel te danken aan het feit dat ze deze realiteiten serieus neemt. Sterker nog, de beweging zelf is ook sterk gekleurd door deze achtergrond. In deze zin is het pinksterchristendom een integraal onderdeel van de Afrikaanse zoektocht naar het leven in al haar volheid. 

Pinksterbeweging deel van wijdere Afrikaanse zoektocht naar een religieuze identitei

Als een onderdeel van deze zoektocht ziet Kalu ook het zogenaamde welvaartsevangelie. Deze stroming staat bekend om de materiële zegen en voorspoed die beloofd wordt aan haar aanhangers. Deze sterk groeiende beweging vindt zijn basis in een bepaalde vorm van verbondstheologie. Het is geworteld in de wederkerige relatie tussen de mensheid en God als schepper. Dit gaat dus verder dan alleen een nadruk op zelfverrijking en materialisme omdat het streeft naar een harmonieuze manier van samenleven. Als het welvaartsevangelie op een goede manier wordt uitgelegd, dan raakt het de kern van het Afrikaanse wereldbeeld. Dit laat zien hoe Kalu ook daadwerkelijk op een andere manier een uitleg geeft van deze stroming dan veelal in het Westen gedaan wordt. 

Eigen erfenis

Het werk van Ogbu Kalu heeft velen geïnspireerd om op een zelfverzekerde manier hun geschiedenis te claimen als hun eigen verhaal. Het is te hopen dat er een nieuwe generatie wetenschappers aantreedt die de erfenis van Kalu verder zal ontwikkelen. Juist waar de blik op de toekomst gericht is, is het belangrijk om te putten uit de kracht en de rijkdom van de eigen erfenis. Zoals Kalu zei: ‘Een rivier die vergeet uit welke bron hij ontspringt, zal onherroepelijk opdrogen.’

Literatuur

Ogbu Kalu, African Christianity. An African Story, Trenton: Africa World Press, 2007

Ogbu Kalu, African Pentecostalism. An Introduction, Oxford: Oxford University Press, 2008

Clifton R. Clarke, ‘Ogbu Kalu and Africa’s Christianity: A Tribute’ Pneuma: The Journal of the Society for Pentecostal Studies 32, no. 1 (2010), 107–120 

– Eleonora Hof is promovenda aan de Protestantse Theologische Universiteit te Amsterdam