Tastend op weg naar een nieuw begin

Europa lijkt plotseling te zijn overvallen door een grote instroom van vluchtelingen uit het Midden-Oosten en uit Afrika. Maar die indruk klopt maar ten dele. Al heel wat jaren proberen wanhopige mensen in gammele bootjes vanuit Afrika de Middellandse Zee over te steken. Ook het conflict in Syrië was jaren geleden al te gruwelijk voor woorden. Emigreren is dan voor velen het enige wat rest. Het moet wel een laatste redmiddel zijn om met je gezin je land, je huis en je haard te verlaten omwille van een hoogst onzekere toekomst. 

Schuld

Vluchtelingen zijn meestal opgejaagde mensen, die beseffen dat ze er hun leven bij inschieten of totaal aan de bedelstaf raken als ze blijven. 

Ik stel dit voorop om te onderstrepen dat mensen individueel vaak geen zogenaamde gelukzoekers zijn en omdat de omvangrijke vluchtelingenstromen nooit een neutrale achtergrond hebben. Het gaat om de schuld van mensen daar, maar ook van mensen hier – van onze eigen regeringen en van onszelf. Ik wijs op de manier waarop zwakke landen in het Midden-Oosten jarenlang tot een prooi zijn gemaakt van vooral westerse economische belangen. 

Het gaat ook om Afrika. Hebben wij als Europese landen ooit echt de vruchten van onze welvaart gedeeld met Afrika? Hebben wij de bronnen van onze welvaart, de technische kennis en de toegang tot voldoende kapitaal, goed onderwijs en toegankelijke gezondheidszorg, ooit echt gedeeld met Afrika? Is hun de toegang gegund tot de Europese markten? 

Het tegendeel lijkt eerder waar. Steeds doemden voor die landen beperkingen op. Onze geldelijke steun is vaak marginaal geweest. Afrika had een goeddeels welvarend continent kunnen zijn. Maar de landen van dat continent zijn aanhoudend voor ónze belangen gebruikt en ook afgescheept als het om onze vitale belangen ging. De grote vluchtelingenstromen hebben oorzaken die verder teruggaan. Ze zijn mede tekenen van onze eigen schuld en, moreel gesproken, diepe tekortkomingen.

Bij de oplossingen die Europa nu krampachtig zoekt voor de vluchtelingenstromen klinkt dat besef echter niet of nauwelijks door. Toch is het van levensbelang, zowel voor die vluchtelingen als voor onszelf, om dat besef van gedeelde schuld een plaats te gunnen. Wanneer dat gebeurt, kunnen oude begrippen als barmhartigheid en gerechtigheid wegen wijzen die echte vrede en welvaart mogelijk maken. 

Barmhartigheid

Eerst het woord barmhartigheid. De wellicht meest bekende Russische icoon is die van Andrej Roebljov, waarin drie engelen de tent van Abraham bezoeken en door hem als vermoeide vreemdelingen gastvrij worden ontvangen. Er is een stilzwijgende communicatie tussen die drie engelen gaande, waardoor de orthodoxe christenen in Rusland al vroeg hierin een heenwijzing zagen naar de presentie van de drie-enige God in ons eigen leven. 

Besef van gedeelde schuld een plaats gunnen

Maar dat niet alleen. Deze icoon is ook een toonbeeld van de liefde en de barmhartigheid die ons juist jegens vreemdelingen betaamt. Vrijwel geen andere gesteldheid, zo leren we uit deze icoon, staat zo dicht bij de essentie van het geloof in de Vader, de Zoon en de Geest, als de zorg voor de vreemdeling. 

Begon ook Jezus niet met Maria en Jozef zijn aardse bestaan als vluchteling, op weg naar het verre Egypte? Ook in het eerste testament horen we de oproep: vergeet toch nooit dat jullie vreemdelingen in het land Egypte zijn geweest; dat jullie toen afhankelijk waren van de hulp en liefde van degenen die niet tot je eigen volk behoorden. 

Prikkeldraad

Dat besef hoort nu ook bij het vreemdelingenbeleid voorop te staan, en moet de Nederlandse kerkleden en de kerkbesturen in het hart zijn geschreven. 

Ik moet hier ook aan Hongarije denken. Het heeft zijn grenzen met prikkeldraad voor de komst van vreemdelingen afgesloten. Nederlandse en Hongaarse kerken hebben eeuwenoude banden. In het oude gebouw van de Universiteit van Debreczen, de grootste stad van-Oost Hongarije, hangt het meer dan levensgrote schilderij van de admiraal en vlootvoogd Michiel de Ruyter, die op het dek van zijn schip de dank in ontvangst neemt van de voor hem knielende zesentwintig Hongaarse predikanten, die hij zojuist van de Spaanse galeien heeft gered. 

‘Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed’

Zou het niet goed zijn, als een kleine kerkelijke Nederlandse delegatie de kerken van Hongarije bezoekt? Wie weet kan er gezamenlijk een bezoek worden gebracht aan de Hongaarse overheid. Want vluchtelingen de doortocht weigeren vergt op z’n minst een nadere uitleg. 

Waarbij wij overigens niet zonder schaamte mogen vergeten, dat ook Nederland vlak voor de Tweede Wereldoorlog zijn grenzen sloot voor de Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Zo’n kerkelijk initiatief zou ook weer een steun in de rug betekenen voor de kerkelijke gemeenten in Nederland die worstelen met het opkomend burgerlijk verzet tegen de vluchtelingen.

Gerechtigheid

Daarnaast zal zeker ook de van God gegeven norm van gerechtigheid onze houding en ons beleid moeten bepalen. Enkele jaren voor zijn overlijden vertelde dr. Beyers Naudé mij, dat hij bezig was met een onderzoek van de rechtspositie van vreemdelingen in het Oude Testament. Want zijn overtuiging was groeiende dat onder het apartheidsregime die rechtspositie sterker was dan die van de zwarte bevolking in Zuid-Afrika. En zo toog hij het land in, sprekend over de Johannes-tekst ‘Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed’. 

De tijd lijkt gekomen om die stelregel op de Europese vluchtelingen toe te passen. Hun rechtspositie is aanmerkelijk zwakker dan die van de Europese burgers. Zouden Europese burgers zich daarom niet moeten opmaken voor de totstandkoming van een Europees Charter voor de rechten van vluchtelingen (ECRR)? Met s.v.p. een speciale paragraaf voor de rechten van zwangere vrouwen en kleine kinderen – en met helder geformuleerde beschermende regels die inhumane voorstellen zoals ‘hen buiten laten slapen’ voluit in strijd met de wet verklaren?

Een mens is geen object

Mensen, of ze nu aanklager of slachtoffer zijn, zijn nooit alleen object. Ze zijn subject, ze hebben het recht op hun eigen verhaal. Op dit moment horen we van vluchtelingen alleen nog fragmenten van hun verhalen over alles wat ze meemaakten. Later moeten we van hen zelf hun visie op hun mogelijk toekomst horen. Zij mogen en moeten het zeggen. 

Gerechtigheid betekent dat wij mensen als subjecten tegemoet treden en hen een plaats gunnen in ons midden. Een vergrijzende bevolking als de onze kan er ook nog eens wel bij varen. Jonge vluchtelingen horen goed onderwijs te krijgen, met begrip voor hun aanpassingsproblemen. Oudere vluchtelingen mogen tot geen prijs veroordeeld worden tot een leven van nietsdoen. Goed geregelde zorg voor elkaar is wel het minste dat gedaan kan worden. Diaconieën die al eeuwenlang hebben bewezen hiermee ervaring te hebben, kunnen in de maatschappij hierin het voortouw nemen.

Verzoening

Gerechtigheid vergt ook moed om naar de oorsprong van problemen te gaan, ook waar die oorsprong met schuld en tekortkomingen van onszelf is gemengd. Ik werd enkele jaren geleden door de Wereldraad van Kerken gevraagd om deel te nemen aan een assemblee van kerken in het Midden-Oosten. Het ging om de vraag hoe kerken konden bijdragen aan verzoening. Het eerste dat ik kreeg te horen was dat ik mij als Europeaan diende te schamen voor het geweld dat de middeleeuwse kruisridders in het Midden-Oosten hadden aangericht. Dat geweld dat ook nog eens voor een deel gericht was tegen de oudste christelijke kerken ter wereld. Ik heb deemoedig het hoofd gebogen. Intussen verbaasde ik me erover hoe diep die eeuwenoude wrok kennelijk zat. 

Plaatsen van hoop

Kunnen we geweld wel keren en waar nodig voorkomen? Ik herinner aan het begin van dit artikel. De schuld achter het probleem van de vluchtelingen moet onder ogen worden gezien. Er is iets goed te maken. Niet alle vluchtelingen zullen hier blijven. Velen zullen willen meehelpen aan de wederopbouw van hun land zodra het geweld daar geluwd is. Op die toekomst dienen we voorbereid te zijn. 

Op eigen kracht en met eigen inbreng een toekomst tegemoet

Ik denk daarbij aan de mogelijkheid van nieuwe settlements of vestigingen in streken die in het verleden veel onder onrecht hebben geleden. Daar kan de technische, economische en culturele kennis van terugkerende vluchtelingen van doorslaggevende betekenis zijn. Nederlandse hulporganisaties zoals Cordaid en ICCO hebben een jarenlange ervaring met het assisteren bij maatschappelijk opbouwwerk. 

Ik denk hier ook aan het benutten van al volop in praktijk gebrachte kennis van de ooit in Italië in oorlogstijd begonnen Focolarebeweging. Die naam betekent letterlijk ‘brandend haardvuur’. Deze beweging heeft al op tal van plekken in de wereld een zogenaamde ‘Mariapolis’ gesticht. Dat zijn coherente woon-en werkplaatsen die een samenbundeling vormen van enigerlei vorm van economische basisactiviteit (agrarisch of industrieel), gecombineerd met kleine onderwijsinstellingen en een medische kliniek. 

Goed beschouwd zijn dit nieuwe plaatsen waar coöperatief samengewerkt en gedeeld wordt zonder winstoogmerk. Zou zo op plaatsen waar eerst geweld was, niet een nieuw begin kunnen ontstaan? In het begin zullen die plaatsen veel steun nodig hebben, maar na enkele jaren zullen ze al in staat zijn op eigen benen te staan. Een mogelijk begin zouden enkele rondetafelgesprekken kunnen zijn met groepen van jongeren (gezinnen en enkelingen) die zich voor zo’n herstart graag willen inzetten. 

Als het lukt, zou het een koninklijke weg worden waarin moderne hulp en ondersteuning worden geboden aan samenwerkingsvormen van Nederlandse hulporganisaties en oecumenische bewegingen zoals FocolareZo kunnen vluchtelingen op eigen kracht en met eigen inbreng weer een hoopvolle toekomst tegemoet gaan. Wellicht blijft dit een droom, maar wie weet …

— Prof.dr. Bob Goudzwaard is econoom, bevlogen oud-politicus en emeritus hoogleraar van de Vrije Universiteit van Amsterdam.