In dat jaar 2002 werd ik door onder meer de Nederlandse Raad van Kerken naar Irak gezonden om de mening te peilen van moslims, joden en christenen. In hun angst waren ze zeer eensgezind: iedereen was zeer bevreesd voor de plannen van de Amerikaanse regering met president Bush. In maart 2003 viel hij Irak binnen en ontmantelde de georganiseerde samenleving totaal, tot en met de vuilnisophaaldiensten. Het stortte Irak in een anarchie.
Vaders vertelden ons, dat hun zonen het Westen begonnen te haten om alles wat hun land werd aangedaan. Van heel nabij zagen wij het dieptepunt van de totale boycot die het land vanaf 1991 trof. Kinderen met leukemie – hun aantal vervijfvoudigd na gebruik van verarmd uranium in 1991 door het VN-leger – in ziekenhuizen zonder ook maar enige middelen, zelfs de lakens waren op. Uitgeputte moeders, die bij de bedden van hun kinderen ’s nachts op de grond sliepen. En dat in een land dat tot 1991 het modernste van de regio was geweest.
’Lokale wijsheid’
Ik leerde er de dominicaan Yousif Thomas Mirkis kennen. Hij vroeg mij terug te komen en de zusters dominicanessen gaven me onderdak. Zij nodigden me nog eens uit. Zo maakte ik van nabij mee, hoe lokale leiders elkaar opzochten om te voorkomen dat ze tegen elkaar werden opgezet. Want dat was wat de Verenigde Staten deden. Irak scheerde enkele malen langs de rand van een burgeroorlog, maar kwam er niet in terecht, dank
zij die ‘lokale wijsheid’ door het hele land heen.
Vanaf 2005 werd het te gevaarlijk om mij als westerling te gast in huis te hebben, ik zag er ‘te Amerikaans’ uit. Via de werkgroep Kerk en Vrede en een parochie in Utrecht bleven we contact onderhouden met pater Mirkis. Zelf komt hij jaarlijks naar Nederland, vanwege zijn zus die hier met haar gezin naartoe gekomen is.
Studentenopvang
In januari 2014 werd Mirkis aartsbisschop van Kirkuk. In augustus die zomer werd de stad overspoeld door een grote stroom vluchtelingen uit Mosul en omgeving in het oosten van Noord-Irak: ISIS had het onder de voet gelopen. Op uitnodiging van de aartsbisschop was ik er sindsdien zevenmaal en bezag de ontwikkelingen bij de opvang van de enorme groep ontheemden.
- De bevolking in Noord-Irak verdrievoudigde in van drie miljoen naar negen miljoen inwoners in 2015.
- De zevenduizend leden van het Chaldeeuws-katholieke bisdom Kirkuk vangen samen vierduizend ontheemden op.
- De stad Kirkuk, met anderhalf miljoen inwoners, ving in totaal zevenhonderdduizend ontheemden op.
Aartsbisschop Mirkis zette zich in het bijzonder in voor studenten. Hij wist in korte tijd veertien huizen van emigranten te huren waar hij studenten-vluchtelingen onderbracht. Heel bewust zette hij jezidi’s, moslims en christenen bij elkaar in een huis. Hij vond het van wezenlijk belang, dat ze elkaar, met het oog op de gezamenlijke toekomst, goed leerden kennen.
De universiteit zelf is intussen weer terug naar Mosul, de meeste studenten nog niet, omdat veel huizen daar onbewoonbaar zijn geworden. Dankzij Mirkis’ inspanningen kunnen de studenten hun studie voortzetten aan de universiteit van Kirkuk, op kosten van Kirkuk. Hij onderhandelt ook steeds met de moslims van Kirkuks regering, bijvoorbeeld om terrein te verkrijgen voor de bouw van een school of voor een nieuwe kerk.
Open relaties
De kern van al Mirkis’ inspanningen is dat hij voortdurend werkt aan open relaties. Als zeer kleine minderheid kun je alleen maar leven en overleven als de contacten met ‘de buren’ goed zijn. De moslimleiders zoeken ook hem op en met Pasen en Kerstmis is er een grote receptie.
Als beleidsman zijn voor hem de goede relaties prioriteit. Als pastor begrijpt hij dat veel ontheemden, met name door ISIS, grote angst hebben ontwikkeld voor wat fundamentalistische moslims kunnen aanrichten. Hij ziet het als zijn taak ook daar veel aandacht aan te geven.
Het samenwerken is dagelijks en fundamenteel. De katholieke lagere school, door een dominicanes geleid, kent voornamelijk moslima’s als leraressen. Samen bereiden ze Kerstmis voor. Zo ook de ramadan, want veel leerlingen zijn moslim.
Vervolgde christenen?
In Sulaymaniyah, ook deel van het bisdom, werden veel ontheemden ondergebracht in het klooster Maria Aladhra, van de Syrische orde van Mar Musa. Daar ontmoette ik Manar, een bijzondere christin uit Caracosh. Haar broer werd door ISIS gevangengenomen en van hem is nooit meer iets vernomen. In de drie jaar van puur afwachten gaf zij naailes, voornamelijk aan moslimvrouwen uit de buurt en uit een vluchtelingenkamp. Elke maand werden de lessen afgesloten met een feestelijk moment. Bij zo’n gelegenheid zei ze stralend tegen de bezoekers: ‘Wij allemaal zijn vluchtelingen!’
In datzelfde klooster woont ook de Syrische monnik Jacques Mourad. Gevangene van Assad, gevangene van ISIS, het waren moslims die hem bevrijdden. Hij vraagt zich af waarom men in Europa zo veel spreekt over alleen vervolgde christenen in het Midden-Oosten. In Egypte is dat inderdaad zo, zegt hij. ‘Maar hier, in onze landen, hebben álle minderheden het zwaar. Iedereen komt tussen de wielen bij al dit geweld. Jezidi’s worden heel direct bedreigd. Het hele volk heeft het zwaar.’
In augustus 2017 bereidden velen zich voor op terugkeer naar hun land. Een van de dominicanessen zei tegen me: ‘De moslims deugen echt niet.’ Ik keek verbaasd, ze doen toch zoveel samen? Ze haastte zich het te verduidelijken: ‘Maar ik bedoel toch niet onze buren, ik bedoel de regering daar!’ Ze bedoelde de Koerdische regering van dat moment.
Sinds twee jaar steunt de rooms-katholieke parochie Utrecht het Kirkukse bisdom met het studentenproject, enkele andere kerken doen ook mee. De Vastenactie verhoogt dit jaar de collectes van de vastentijd. Vanwege het samenleven.
— Yosé Höhne-Sparborth is actief in diverse kerkelijke en vredesorganisaties. Ze assisteerde bij de hulpverlening in Kirkuk, Irak, en deed vredeswerk in Oost-Europa, Nicaragua, El Salvador en Colombia.