70 jaar Geredja Indjili Maluku in het perspectief van de Molukse geloofshouding

Dr. Z.P. (Polly) Pattikayhatu heeft een belangwekkend artikel samengesteld over de historie van de Geredja Ingilii Maluku (GIM), de Molukse Evangelische Kerk in Nederland, die hij beziet in het perspectief van de Molukse geloofshouding. Deze geloofshouding, ‘supu-no’o’e-repe’, is verweven met het gemeenschapsdenken met als kernbegrippen de trits: ontvangen-overdenken-antwoorden.

Supuno’o’erepe
 
supu betekent terima = ontvangen
no’o’e wil zeggen berdiam diri = overdenken
repe staat voor menjahut = antwoorden 
 
Bahasa Tanah = landstaal; Maleise aanduiding, vooral op Ambon, voor de volkstaal die veel verschillende dialecten en tongvallen kent.

De basis voor deze geloofshouding van ‘ontvangen-overdenken-antwoorden’ is het vertrouwen op God de Schepper. Hij is dat voor alle geslachten. Als voorbeeld hiervan wordt de tekst uit Psalm 90,1 geciteerd: ‘Heer, U bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht.’

Met deze bijbelse lading willen de benamingen van de generaties waëtunï en aïtunïen de eigennamen van het Molukse voorgeslacht uitdrukking geven aan het feit dat het gegeven leven van God de Schepper doorgaat tot in het eeuwige, en dat de benamingen van de generaties ‘bapahwaë-inahwaë, bapawaë-inawaë, tete-nene, tete-nene mojang, amah-inah’ de taak hebben ‘dit gegeven leven’ te bewaren en te onderhouden. En de betekenis van de benamingen van de generaties en de eigennamen van het voorgeslacht tezamen willen allereerst het geloof en vertrouwen weergeven van het Molukse voorgeslacht in God de Schepper.

Generaties en voorgeslacht

Pattikayhatu gaat uit van de zeven benamingen voor de generaties en de eigennamen van het voorgeslacht, een overzicht van dat terugleidt tot stamouders en tot God. Deze Molukse genealogie ziet er zo uit:

amah-inah vader/moeder
tete-nene opa/oma
tete-nene mojang-jang tertua) overgrootvader/overgrootmoeder
bapahwaë-inahwaë over-overgrootvader/over-overgrootmoeder
bapawaë-inawaë betgrootvader/betgrootmoeder
aitunï manawal-mahinal betovergrootvader/betovergrootmoeder
waëtunï manawal-mahinal stamouders

Vanuit dit perspectief worden vier zaken genoemd die bepalend zijn voor de GIM in haar bestaan als kerk:
1. Firman – het Woord
2. Baptisan – de Doop
3. Pengakuan Iman – de Geloofsbelijdenis
4. Perdjamuan Asa jang Kudus het Avondmaal

De eerste conclusie van het artikel is, dat het goed zou zijn om deze vier zaken te toetsen aan de Molukse geloofshouding supu-no’o’e-repe en de kerkelijke ontwikkeling van de GIM tot nu toe. Dit schept perspectief en richting voor de verdere toekomst van Molukse Evangelische Kerk.
De tweede conclusie is dat ‘wij ons nog steeds moeten ontworstelen aan de westerse theologie’. De culturele kolonisatie door middel van de theologie is steeds doorgegaan tot aan de dag van vandaag. Weliswaar werd er een eigen kerk opgericht, maar deze werd op Nederlandse westerse leest geschoeid. En hoe langer het verblijf in Nederland duurde, hoe meer ook de GIM verstrikt raakte in de web van invloeden van hier, waarbij het eigene – het Molukse – meer en meer in gedrang raakte.

Het is daarom van groot belang dat het eigene wordt beleefd en uitgedragen. Dat kan alleen ‘wanneer we vasthouden aan Molukse geloofsmodel van supu-no’o’e-repe en daar het geloofsleven blijvend aan toetsen. — Sjaak van ’t Kruis

Dit artikel staat in geheel te lezen op de website van de Nederlandse Zendingsraad en TussenRuimte en is te downloaden via: https://zendingsraad.nl/publicaties/tussenruimte/