Aidsremmers als genezing voor het lichaam van Christus?

Gelukkig zijn er aidsremmers die de ontwikkeling van het hiv-virus tegengaan. Maar waarom zijn er kerkleiders die het gebruik van deze medicijnen ontmoedigen?

Het is een bekend statement dat het lichaam van Christus aids heeft. Dit drukt iets uit van de crisis die de aidsepidemie heeft veroorzaakt in onze kerken en onze wereld. Gelukkig heeft de medische wetenschap het met hiv geïnfecteerde lichaam van Christus aidsremmers aangereikt. Dat zijn antiretrovirale medicijnen die de ontwikkeling van het virus in het lichaam tegengaan, zodat het stadium van aids niet wordt bereikt. Deze medicijnen hebben hun weg gevonden in het lichaam van Christus: over de hele wereld zijn er christenen die de behandeling ondergaan. 

Toch is het gebruik van aidsremmers niet door alle christenen positief ontvangen. In mijn land Botswana zijn er vele voorbeelden van kerkleiders die het gebruik van aidsremmers door met hiv besmette mensen ontmoedigen. Waarom is dit het geval, gezien het feit dat de meeste christenen andere moderne medicijnen wel gewoon gebruiken? In dit artikel beschouw ik vanuit een christelijk perspectief de positieve en negatieve visies op aidsremmers als antwoord op hiv en aids.

Straf van God

De voornaamste reden voor de afwijzende houding van sommige christenen ten opzichte van aidsremmers is de mening dat hiv en aids een straf van God voor zondaren zijn. Ondanks pogingen dit idee te weerspreken om zo het met aids verbonden stigma te verminderen, houden vele christenen aan deze overtuiging vast. De seksuele ethiek van het christendom bevordert onthouding voor ongehuwden en trouw voor gehuwden. In het licht hiervan worden mensen die met hiv besmet raken al snel beschouwd als brekers van Gods morele leefregels. Onlangs verklaarde een voorganger uit Botswana: ‘Hiv/aids is een alomvattende straf voor het menselijke ras dat gezondigd heeft tegen God en daarom moeten wij ons bekeren’ (Daily News, 30 juli 2009). 

Deze mening wordt onderbouwd met allerlei bijbelse voorbeelden die laten zien dat God ziekte kan gebruiken als straf op seksuele zonde of andere verkeerde daden. De gedachtegang werd nog eens versterkt doordat hiv en aids het eerst geconstateerd werden onder homoseksuelen en drugsgebruikers. Voor veel christenen was het daardoor evident dat de ziekte een straf was op losbandig gedrag en immoraliteit – een visie die ook nu nog door velen wordt gekoesterd. Een logische gevolgtrekking is dan dat het verlichten van pijn en het tegengaan van de ziekte door middel van aidsremmers indruist tegen de intenties van God. De medicijnen werken God tegen omdat zij het leven verlengen van hen die reeds hadden moeten sterven vanwege hun zonde.

Wie is machtiger, God of de medicijnen tegen aids?

Gebedsgenezing

Een andere reden waarom sommige christenen afwijzend staan tegenover aidsremmers is de vraag naar macht. Wie is machtiger, God of de medicijnen tegen aids? Christenen geloven dat God de bron van alle kracht is. Als aidsremmers leven geven aan degenen die door God worden gestraft, dan roept dit vragen op over Gods macht. Daarom is het niet verbazingwekkend dat christenen die negatief tegenover aidsremmers staan, vaak tot kerken behoren die de nadruk leggen op genezing door geloof en andere geestelijke middelen. Een voorganger die tot een pinkstergemeente behoort vertelde mij onlangs dat vóór de beschikbaarheid van de medicijnen veel mensen die leven met hiv en aids naar geestelijke genezers gingen om gebedsgenezing. Maar met de komst van de aidsremmers begonnen de bezoekersaantallen echter terug te lopen. Deze kerken zouden geen leden meer kunnen rekruteren met hun bewering hiv en aids te kunnen genezen, als mensen buiten de kerk al behandeld worden. In nauw verband met dit probleem van macht staat de geloofsvraag. Sommige christenen vinden dat mensen die aidsremmers gebruiken hun vertrouwen niet op God stellen maar op tabletten en medicijnen. Geen wonder dat sommige predikers hun kerkleden vragen om de behandeling op te geven als teken van hun geloof in God die niet alleen genezer is maar ook de bron en gever van leven.

Anderen hebben een afwijzende houding omdat zij denken dat aidsremmers, net als condooms, een lage seksuele moraal bevorderen. Zij beschouwen de dood van besmette mensen als een afschrikwekkend voorbeeld dat anderen helpt seksueel op het rechte pad te blijven. Als mensen zien dat degenen die geïnfecteerd zijn lange en gezonde levens hebben, dan worden ze minder bang om zelf het virus op te doen en komen daarom eerder in de verleiding om zich risicovol en immoreel te gedragen. Bovendien is er het idee dat mensen die door aidsremmers weer gezond worden, seksueel actief blijven en zo het virus verder kunnen verspreiden. 

Natuurlijk zijn de medicijnen ook duur. De overheid van Botswana verschaft alle burgers die het nodig hebben gratis aidsremmers en besteedt ongeveer een miljoen Amerikaanse dollars van het jaarlijkse budget aan de medicijnen. Sommige christenen denken dat dit geld wordt uitgegeven om leven te brengen aan hen die God ongehoorzaam zijn geweest.

Mensenlevens redden

Antiretrovirale therapie is ongetwijfeld een van de belangrijkste ontdekkingen van de medische wetenschap in de recente geschiedenis. Voordat er aidsremmers beschikbaar waren, stierven dagelijks honderden of misschien wel duizenden mensen aan aids. Vandaag zijn er in Botswana meer dan 50.000 mensen die dood hadden kunnen zijn, gered door de behandeling. In 2016 zal het aantal geredde levens opgelopen zijn tot 130.000 (Daily News, 2 december 2008). 

In 2016 zal het aantal geredde levens opgelopen zijn tot 130.000

Alleen al om deze reden zouden christenen aidsremmers moeten aanbevelen. Als christenen onderstrepen we immers de heiligheid van het leven. We geloven dat alle mensen geschapen zijn naar het beeld van God (Genesis 1,27). Het beeld van God is daarom ook aanwezig in een persoon die geïnfecteerd is met hiv. Als aidsremmers levens kunnen redden, spelen zij zeker een goddelijke rol. Van een conflict tussen Gods genezende kracht en de behandeling door middel van medicijnen mag geen sprake zijn. ‘Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft’ (Psalm 24,1) Het is mijn diepe overtuiging dat God wijsheid heeft gegeven aan de ontdekkers van aidsremmers en dat degenen die de medicijnen toedienen een goddelijke rol spelen. God is een God van heling en alle genezing moet aan hem toegeschreven worden. Hij kan ons helen door middel van alles wat hij heeft geschapen.

Christenen moeten ook om sociale redenen achter het gebruik van aidsremmers staan. Om een voorbeeld te geven: de beschikbaarheid van de medicijnen heeft veel mensen aangemoedigd om zich te laten testen en zo hun conditie te kennen. Als mensen weten wat hun conditie is zullen zij zich eerder verantwoordelijk gedragen. Als zij weten dat ze hiv-negatief zijn, zijn ze eerder geneigd om risicovol gedrag te vermijden; als zij weten hiv-positief te zijn, zullen ze de overdracht van het virus proberen te voorkomen. Aidsremmers reduceren bovendien het hiv/aids-stigma en de daarbij behorende discriminatie. Immers, een besmetting met hiv betekent niet langer dat het doodsvonnis van iemand getekend is.

Theologie van aidsremmers

Mijns inziens moet theologie zoeken naar zin en betekenis in de geleefde ervaringen van mensen, in plaats van allerlei abstracte theorieën aanhangen. Een theologie die aidsremmers beschouwt als strijdig met de kracht van God, gaat in tegen de ervaring van mensen die door de behandeling weer zicht op het leven hebben gekregen. De theologische afwijzing van aidsremmers staat in het teken van het oude debat over wetenschap en God. Het gaat daarin om de vraag of wetenschappelijke ontdekkingen door God beïnvloed worden of dat zij God juist uitdagen. Ons antwoord op deze vraag bepaalt onze houding ten opzichte van aidsremmers. 

Ze veroorzaken als het ware een ‘opstanding van Lazarus’-effect

Naar mijn mening zijn er twee leidende principes voor een christelijke theologie van aidsremmers. De eerste is de heiligheid van het leven. De Bijbel zegt dat God na de schepping ontdekte dat alles goed was (Genesis 1,31). Daarom is het leven goed en moet het weer goed gemaakt worden als het bedreigd wordt door kwaad. Dat is precies wat aidsremmers doen. Ze veroorzaken als het ware een ‘opstanding van Lazarus’-effect. Mensen wier leven wordt bedreigd, krijgen hun leven weer terug zoals Lazarus die door Jezus uit de dood werd opgewekt. 

Het tweede en in mijn optiek belangrijkste principe is dat wij wetenschappelijke ontdekkingen die het menselijke leven bevorderen beschouwen als door God bekrachtigd. Volgens deze visie beschouwen we aidsremmers niet als concurrerend met Gods macht, maar als een manifestatie daarvan. De kerk moet daarom plaatsmaken voor aidsremmers in haar theologie van genezing. De medicijnen vormen geen uitdaging van Gods helende krachten, maar versterken die juist.

Toejuichen

Omdat het lichaam van Christus aan aids lijdt, heeft het genezing nodig. Gezien de positieve gevolgen van aidsremmers voor degenen die door de samenleving als dood worden gerekend, kunnen we stellen dat de medicijnen inderdaad bijdragen aan de genezing van het lichaam van Christus. Christenen moeten doorgaan met het aansporen tot gedrag dat besmettingsrisico vermijdt, zoals onthouding en trouw, maar ze moeten ook de behandeling door middel van aidsremmers toejuichen. Deze medicijnen geven niet alleen een medische behandeling aan mensen die geïnfecteerd zijn, ze verminderen ook het stigma. Verder doen ze de hoop groeien op een echt geneesmiddel voor hiv en aids, omdat aidsremmers laten zien dat bij God niets onmogelijk is. Tien jaar geleden dachten we nog dat iedereen die leeft met hiv daaraan zou overlijden, maar dat is nu niet meer nodig. Dankzij aidsremmers is er weer zicht op leven en wordt het lichaam van Christus geheeld. 

Vertaling: Wilbert van Saane

— Lovemore Togarasei is verbonden aan de faculteit voor theologie en religiestudies van de Universiteit van Botswana.