Een bijbel in gewone taal: over het wat, hoe en waarom

De Bijbel is het meest verkochte boek ter wereld. Voor veel mensen behoort hij tot de wereldliteratuur en voor veel anderen is hij zelfs meer dan dat: het Woord van God. Tegelijkertijd is de Bijbel geen gemakkelijk boek, aldus de meeste lezers. En tóch willen veel mensen de Bijbel lezen.

Als je mensen vraagt waarom ze de Bijbel niet gemakkelijk vinden, krijg je een scala aan antwoorden. Het eerste wat vaak gezegd wordt, is: de Bijbel is erg dik, en staat vol kleine lettertjes. Als je doorvraagt komen er andere argumenten bij, die te maken hebben met de inhoud van de Bijbel. Men ervaart bij het lezen dat de teksten uit een andere tijd en cultuur komen; wie daar veel van afweet, kan ze goed plaatsen, maar wie weinig kijk heeft op de antieke wereld, kan bepaalde gebruiken of literaire genres maar moeilijk duiden. Een ander argument is dat de Bijbel naast heel mooie ook zeer confronterende passages bevat (de oudtestamentische geweldsverhalen worden dan vaak genoemd, en teksten over homoseksualiteit of de positie van de vrouw). 

Spoor bijster

Er zijn in Nederland ook veel mensen die zover niet komen. Als je aan hen vraagt waarom ze de Bijbel ingewikkeld vinden, is het antwoord simpelweg dat ze het boek moeilijk te lezen vinden. Ze raken de draad kwijt, moeten de lange zinnen soms meerdere keren lezen. Bij beeldspraak (die vaak samenhangt met het land en de cultuur waarin de Bijbel ontstaan is) raken ze het spoor bijster: is dit nu letterlijk bedoeld of niet? En zo niet, wat is dan wel bedoeld? 

De groep lezers voor wie dit voor geldt is heel divers. Er zijn mensen die door hun achtergrond of opleidingsniveau moeite hebben met lezen. Er zijn mensen die Nederlands als tweede taal hebben (allochtonen, mensen die gebarentaal hanteren/spreken). Er zijn mensen die (door tijdgebrek) niet de concentratie kunnen opbrengen om de Bijbel te lezen. Natuurlijk maakt het daarbij verschil of je de Groot Nieuws Bijbel leest of de Statenvertaling, en of je met de Bijbel bent opgegroeid of niet. Maar zelfs dan kun je nog moeite hebben met het zelfstandig lezen van de Bijbel.

De bijbellezer komt dus diverse drempels tegen: het dikke boek, de soms weerbarstige inhoud, en, voor een aanzienlijk aantal lezers, de taal. En tóch willen veel mensen de Bijbel lezen, omdat de inhoud hen houvast geeft in hun leven en in hun geloof, en omdat ze door het lezen van de Bijbel geïnspireerd worden, bemoedigd, of gecorrigeerd.

Duidelijkheid als doelstelling

Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) heeft een aantal jaar geleden besloten om een Bijbel in eenvoudige taal te maken, de Bijbel in gewone taal (BGT). Wat we met deze vertaling beogen is dat de taalbarrière zoveel als mogelijk is wordt weggenomen voor iedereen die daar om wat voor reden dan ook behoefte aan heeft. Er worden in deze vertaling korte zinnen gebruikt, korte alinea’s, korte pericopen, en de verbanden tussen de zinnen zijn altijd helder. De gebruikte woordenschat is beperkt en sluit grotendeels goed aan bij dagelijks gebruikte taal, hoewel het wel geschreven taal blijft en geen spreektaal wordt. Ter vergelijking: in De Nieuwe Bijbelvertaling wordt de gehele breedte van de Nederlandse taal gebruikt. Allerlei stijlkenmerken van de brontekst – hoogliterair taalgebruik, ingewikkelde redeneringen, dubbele bodems, et cetera – komen in de vertaling terug. Daarentegen heeft de BGT duidelijkheid overal als belangrijkste doelstelling.

Een goede illustratie van de principes van de BGT is de wijze waarop omgegaan wordt met beeldspraak. Zoals gezegd is de bijbelse beeldspraak voor hedendaagse lezers vaak moeilijk te begrijpen. Voor geoefende lezers is dat een uitdaging, maar uit onderzoek blijkt dat het voor minder geoefende lezers een nagenoeg onoverkomelijke drempel is.

Niettemin is beeldspraak een belangrijk literair middel, zeker in poëzie. In de BGT blijven eenvoudig herkenbare beelden bewaard, in ingewikkelde gevallen worden metaforen doorvertaald naar de essentie.

Een goed voorbeeld vinden we in Psalm 18:3. Letterlijk vertaald luidt dit vers: ‘Heer, mijn rots, mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen, mijn schild, mijn hoorn van redding, mijn burcht.’ Het vers zit vol beeldspraak (‘rots’, ‘vesting’, ‘schild’, ‘hoorn van redding’, ‘burcht’). Voor de oude Israëliet riepen deze metaforen een beeld op van militaire strijd, een strijd waarbij zij veilig waren voor de vijanden dankzij hun burcht op een berg. God wordt zo aangeduid als de ultieme schuilplaats, waar je veilig bent. In de BGT is deze beeldspraak doorvertaald naar de essentie: ‘U beschermt me, bij u ben ik veilig. God, bij u kan ik me verbergen. U helpt mij en u bevrijdt mij. U redt me van mijn vijanden.’ Niet álle metaforen worden zo vertaald. In Psalm 18:29 vinden we een voorbeeld van eenvoudige beeldspraak. In de BGT luidt dat vers: ‘Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb.’ Het beeld van licht is algemeen bekend en voldoende duidelijk.

Een vertaling als de BGT dwingt vertalers nog meer dan bij andere bijbelvertalingen om duidelijke keuzes te maken. Duidelijkheid in de vertaling betekent natuurlijk soms ook een verlies van nuance. Iets van de subtiliteit en meerduidigheid gaat verloren. Maar zonder dergelijke talige vereenvoudigingen blijven de teksten, zeker als ze ingewikkeld en abstract zijn, voor veel lezers gewoon onbegrijpelijk. De literaire meerduidigheid en beeldende taal die geoefende lezers vaak op prijs stellen, leveren voor anderen een onbegrijpelijke tekst op. 

Meeleesgroepen

Maar de Bijbel mag toch best moeilijk blijven? Ja en nee. We moeten rekening houden met het feit dat veel dingen die lezers nu moeilijk te begrijpen vinden, helemaal niet als moeilijkheden bedoeld zijn. Als de bijbelschrijver het heeft over ‘gerst wannen op de dorsvloer’ (Ruth 3:2), is het niet zijn bedoeling dat een lezer vastloopt omdat hij drie van de vijf woorden niet kent. Toch zijn er, ook in Nederland, veel lezers voor wie dat geldt. Er zijn manieren om zulke zinnen voor niet-geoefende lezers te verduidelijken, bijvoorbeeld door van het specifieke iets generieks te maken. Zo vertaalt de BGT in Ruth 3:2 ‘op het land aan het werk zijn’. Nogmaals, de geoefende (en meestal snelle) lezer vindt zulke zaken niet moeilijk, de niet-geoefende lezer vaak wel.

Wil de BGT dan in alle opzichten van de Bijbel een makkelijk boek maken? Nee, dat is niet de bedoeling. Van de hierboven beschreven drempels die mensen ervaren bij het lezen, wordt er één weggenomen, namelijk die van de ingewikkelde taal. De inhoud van de Bijbel, en dus ook de boodschap die de Bijbel wil overbrengen, blijft hetzelfde. We leggen steekproefsgewijs teksten voor aan meeleesgroepen, in kerken, buurthuizen, op vmbo-scholen, bij het gevangenispastoraat. Wat we terughoren uit deze groepen is dat de voorgelegde teksten door hun eenvoud veel directer spreken tot de lezers. Dat betekent ook dat de passages die voor mensen een inhoudelijke drempel vormen om de Bijbel te lezen (ik noemde net als voorbeeld de geweldsteksten) ook directer en duidelijker overkomen. Dat geeft veel stof tot nadenken. We zien echter dat de gesprekken dankzij de BGT ook bij minder geoefende lezers over de inhoud gaat, en niet over de moeilijke woorden en zinnen. En dat is winst.

Nog een voorbeeld

In de aanloop van het project was een van de grote vragen: gaat het lukken om zeer ingewikkelde teksten als profetenboeken en brieven van Paulus naar het beoogde taalniveau te vertalen? Dat blijkt mogelijk te zijn. Ter illustratie bespreek ik kort de vertaling van 1 Tessalonicenzen 5:8-9. Letterlijk vertaald staat er: ‘8. Wij echter, van de dag zijnde, laten wij nuchter zijn, gekleed met harnas van geloof en liefde en (met) als helm de hoop op redding. 9. Want God heeft ons niet gesteld tot woede maar tot gewinning van redding door onze Heer Jezus Christus.’ 

In de BGT luiden deze verzen: ‘Maar wij horen bij de dag. Laten wij daarom zorgen dat we helder blijven nadenken. Laten we op alles voorbereid zijn. Net zoals soldaten met een harnas aan en een helm op. We geloven en we houden van elkaar. Dat is ons harnas. En onze helm is ons vertrouwen. Want we vertrouwen dat we gered zullen worden door onze Heer Jezus Christus. God wil ons niet straffen maar redden.’

De beeldspraak in dit vers is voor de moderne lezer ingewikkeld. Antieke lezers wisten dat iemand die zijn harnas om had en zijn helm op, klaar was voor de strijd. Dat past bij het thema van 1 Tessalonicenzen 5: wees voorbereid op de dag van het oordeel. In de BGT vertalen we dergelijke beeldspraak zo, dat deze ook voor moderne lezers te begrijpen is. In dit geval maken we dus expliciet wat Paulus impliciet laat: de vergelijking van de waakzame christen met soldaten die voorbereid zijn op de strijd. Paulus koppelt vervolgens de onderdelen van de wapenrusting aan zijn kenmerkende trits geloof, hoop en liefde. Zowel de begrippen zelf als de koppeling aan de wapenrusting zijn in de BGT op een duidelijke manier weergegeven. In de BGT is het verband tussen zinnen ook van groot belang. Het verband tussen vers 8 en 9 is in de BGT helder weergegeven door de informatie uit vers 9 anders te rangschikken. Zo komt de informatie die bij elkaar hoort (‘de hoop op redding’ en de ‘gewinning van redding’) in de vertaling bij elkaar te staan. 

We zien dus dat door vertaaltechnieken als explicitering, implicitering en herschikking, alle elementen uit de lastige Griekse tekst in een eenvoudige Nederlandse tekst kunnen worden weergegeven, zonder dat de boodschap inhoudelijk verandert.

De Bijbel in gewone taal zal verschijnen in 2014. Meer informatie is te vinden op www.bijbelgenootschap.nl, onder ‘Bijbel in gewone taal’.

— Dr. Rieuwerd Buitenwerf is manager van de afdeling Vertalen en bijbelgebruik bij het Nederlands Bijbelgenootschap.