Doen wat je zegt: de missie van ‘We Gaan Ze Halen’

Het burgerinitiatief ‘We Gaan Ze Halen’ was in december veelvuldig in het nieuws. Omdat de Nederlandse regering verstek liet gaan, was het plan opgevat om zelf naar Griekenland te rijden en daar 150 vluchtelingen uit de kampen mee naar Nederland te nemen. Het probleem van de opvang van vluchtelingen is onverminderd actueel: nog steeds zitten de kampen overvol. Hoe kijken de organisatoren ruim een half jaar later terug op hun actie? Is er iets bereikt? 

Samen met theoloog en publicist Rikko Voorberg en initiatiefnemer van het Amsterdamse Kleiklooster Johannes van den Akker is sociaal ondernemer Suzan Doodeman contactpersoon van de actiegroep We Gaan Ze Halen: ‘Wij zagen de bereidheid van mensen om vluchtelingen op te vangen, vanuit verschillende overtuigingen.’ Zelf deed ze bijvoorbeeld niet vanuit een christelijke visie mee, andere betrokkenen weer wel. 

Rondom de actie ontstond een gemeenschap, ze maakten samen deel uit van het grotere verhaal. Gewone Nederlandse burgers die hun regering aan beloften willen houden en opkomen voor vluchtelingen in opvangkampen die onrecht wordt aangedaan. Doen waarover je spreekt, handen en voeten geven aan wat je toezegt, daar draait het om. 

Volgens René Padilla, de geestelijk vader van het begrip Integral Mission, is Integral Mission precies díe opdracht: handelen naar je overtuiging, met daaraan gelijk: spreken over God en kerk zijn. Integral Mission is het verkondigen van de goede boodschap door te zijn, te spreken en te doen. Chris Wright vult dat verder aan: Integral Mission is kerk zijn, dienen van de maatschappij en goed zorgen voor de aarde, waarbij je in alles getuigt van het evangelie. Genoeg aanknopingspunten voor een gesprek over de drijfveren van We Gaan Ze Halen. 

Aan de grenzen van Europa

Eerst iets over de achtergrond. In 2015 kwamen in Italië en Griekenland 160.000 mensen aan op zoek naar veiligheid. In de Dublin-afspraken staat dat er asiel aangevraagd moet worden in het eerste EU-land van aankomst, maar de Europese Unie besloot dat jaar om deze 160.000 mensen gespreid op te vangen in de andere lidstaten. Hierbij beloofde Nederland 8712 mensen op te vangen vóór 27 september 2017. Deze afspraak is Nederland niet nagekomen. 

Ondertussen was in maart 2016 een deal gemaakt tussen Turkije en de EU om meer vluchtelingen in Turkije op te vangen. Er werden vluchtelingen teruggezonden naar Turkije, maar er bleven ook nieuwe vluchtelingen aankomen in Griekenland en de kampen werden steeds voller. In de media werd tendentieus gesproken over ‘stromen vluchtelingen’ die naar Europa kwamen, waardoor het enige geluid dat van angst voor de migratiestroom was. Europa deed en doet er alles aan om ze tegen te houden, te ontmoedigen, terug te sturen. 

Ondertussen is de situatie in de overvolle kampen mensonterend. Mensen zijn wanhopig doordat er geen beweging zit in het beginnen van een asielprocedure en er geen zicht is op verandering. Ze zijn machteloos, zelf kunnen ze niets aan hun situatie doen. Ze moeten wachten en zien te overleven in de kampen totdat de EU-landen ze een plek geven. In december 2018 waren er nog maar 1755 mensen, een vijfde van het toegezegde aantal, naar Nederland gehaald.

Het kan wél 


De drie voortrekkers van We Gaan Ze Halen voelden de noodzaak om iets aan deze situatie te veranderen en de Nederlandse regering op haar verantwoordelijkheid te wijzen. Hun eerste actie was een demonstratie in Den Haag: ‘Jullie hebben gezegd dat Nederland mensen zou ophalen uit de kampen in Griekenland, maar jullie doen dat niet. Dan doen wij het.’ Zeshonderd chauffeurs gaven een kartonnen plaat met hun kenteken af aan de plaatsvervanger van staatsecretaris Harbers (Asielzaken), de directeur Vreemdelingenzaken, om te laten zien dat zij bereid waren om mensen te gaan halen. Ondertussen was er een rechtszaak aangespannen tegen de Nederlandse staat over het in gebreke blijven bij de re-locatie van vluchtelingen. Een tweede demonstratie was in Brussel, onder de naam ‘Bring Them Here’, om de actie breder te trekken. Deze demonstraties brachten geen verandering teweeg. Er moest een concrete actie komen. 

Perspectief bieden 


We Gaan Ze Halen besloot om voor de kerstdagen van 2018 naar Athene te rijden om 150 mensen uit de kampen mee te nemen naar Nederland. Als daad en als symbool. Er is lang nagedacht over de vraag of je mensen hiermee hoop of juist wanhoop brengt. De kans dat het zou lukken was nagenoeg nihil, omdat mensen zonder papieren meenemen mensensmokkel is. ‘Daarmee zouden we hun nog veel grotere problemen bezorgen’, aldus Doodeman. 

Het moest een krachtig signaal zijn om te laten zien dat de mensen in de EU de mensen in de kampen niet vergeten zijn. En het was ook Kerst: Kerst is het verhaal van hoop in donkere tijden. ‘Waarom zouden we niet in wonderen geloven? Waarom zouden we meteen denken dat het niet kan? We wilden alle poppetjes klaarzetten: áls het gebeurt zijn wij er. Dat wij het kunnen doen.’ Dat was wat hoop gaf. 
‘Toen we aan andere mensen onze plannen uitlegden en erbij vertelden dat de kans dat het zou lukken te verwaarlozen was, stak een groot gedeelte van de aanwezigen hun hand op toen Rikko Voorberg vroeg wie er mee wilden rijden.’ Het raakte Doodeman. ‘Dat er meer mensen zijn die zich verantwoordelijk voelen voor wat er gebeurt met andere mensen en dat daar een beweging op mogelijk is, een letterlijke beweging naar Griekenland, is een gevoel dat ik niet meer snel vergeet.’

Op 21 december vertrok de actiegroep met een twintigtal auto’s en een lijnbus naar Athene. Die oude bus kwam tot twee keer toe stil te staan en kwam daardoor extra in het nieuws. Het plan was om op 24 december in Athene 150 mensen, geselecteerd door de Griekse regering en voorzien van papieren, op te pikken om mee naar Nederland te nemen. Rikko Voorberg en Johannes van den Akker brachten samen een brief met het verzoek aan het Griekse parlement en daarna was het afwachten. Kerstavond werd samen buiten in Athene gevierd. Het Griekse parlement reageerde niet en op Tweede Kerstdag vertrokken de chauffeurs weer naar Nederland. 

Ook al was de kans dat ze echt mensen mee konden nemen zo klein, toch heeft de actie geen valse hoop gebracht. ‘De mensen die beseften dat ze zonder papieren niet mee konden, waren toch blij dat de actievoerders er waren. Ze zeiden: “Zorg dat jullie veel lawaai maken en dat het in de media komt.” En: “Jullie zijn me niet vergeten. Europa is niet vergeten dat ik hier zit”,’ vertelt Doodeman.

Laten zien hoe het anders kan 


‘Je hebt als burger invloed’, zegt Doodeman, en niet alleen door te stemmen. Dat is een van de drijfveren van WGZH. En meer gevoelsmatig: ‘Het kan toch niet echt zo zijn dat wij hier zoveel rijkdom hebben en dat vervolgens alle inspanningen erop gericht zijn om mensen buiten te houden en hun niet eens een asielprocedure te bieden. Je maakt afspraken en je komt ze niet na, je laat mensen daar zitten en gebruikt die kampen om af te schrikken en anderen buiten te houden. Dat kan toch niet de wereld zijn waarin we leven?’

WGZH wil laten zien dat het anders kan. Het gesprek over vluchtelingen gaat vaak in termen van indammen, beperken en terugsturen. Doodeman: ‘Dat is treurig, maar ook erg ongeïnspireerd. Wat voor samenleving wil je zijn, wat voor waarden heb je als je je alleen richt op veiligheid en behoud? Wij willen uitstralen dat het wel kan. Al is het alleen maar omdat de bereidheid er is, die mensen kennen wij en weten we te bereiken. 

We moeten terug naar die grote visie. Naar het ideaal van de soort wereld waarin we willen leven. Dat geluid laten horen en daar iets concreets aan te hangen, zoals een actie waarbij mensen zich fysiek bij kunnen aansluiten. Je hebt een beweging nodig. Soms moet je gewoon doen, ook al is het tegen je eigen ongeloof in. Anders ligt de wanhoop op de loer en daarmee ookde lethargie.”

Moedig voorwaarts


We Gaan Ze Halen heeft niet bereikt wat de initiatiefnemers wilden bereiken, maar ze zijn wel trots op de aandacht die de actie heeft gekregen. Daardoor zijn de vluchtelingen in de kampen in Griekenland weer onderwerp van gesprek geworden. ‘Ik geloof écht dat wezenlijke verandering mogelijk is’, zegt Doodeman. ‘We zijn zeker niet de enige kracht die dat voor elkaar kan krijgen, maar we kunnen er wel aan bijdragen door van ons te laten horen. Maar het heeft zín om je ergens kwaad om te maken en je te laten horen. Dat te blíjven doen, hoe klein de acties ook zijn. Het gevoel van beweging en actie – we gaan het gewoon doen! – daar zit hoop in.’ 

‘Wat jullie deden voor hen, deed je voor Mij’

Visie van missie

Achter We Gaan Ze Halen zit een brede visie, het zicht op een wereld waarin mensen niet langer onrecht wordt aangedaan. Waar je waarden deelt die verder gaan dan behoud en veiligheid. Een wereld waar mensen hun naasten liefhebben. Een visie die strijdt tegen de machteloosheid die velen overvalt bij het kijken naar het journaal waarin een wereld wordt getoond die ver weg is van gerechtigheid en vrede. Een actie waarin christen en niet-christenen samen opstaan tegen onrecht, ‘handelen om een visioen van een andere wereld’ veranderen in ‘en samen handelen aan de realisering van het visioen van een nieuwe en betere wereld..

Voor christenen is dit onlosmakelijk verbonden aan de opdracht van Jezus om eerst te zoeken naar het Koninkrijk van God. Om dit Koninkrijk van gerechtigheid en vrede op aarde zichtbaar te maken voor alle mensen, zodat alle mensen kunnen bloeien, zodat de schepping, de aarde goed verzorgd wordt. Duizenden mensen zitten in een vreselijke uitzichtloze situatie, hen wordt onrecht aan gedaan. Het Koninkrijk van God is iets waar je samen aan moet werken, je moet ervoor durven opstaan en het is nodig om jezelf en anderen te blijven bemoedigen door te vertellen waarvoor je het doet. Voor de wereld van gerechtigheid en vrede waarin alle mensen kunnen bloeien. Dat is een opdracht die over kerkmuren en geloofsmuren heen gaat. Ook als een actie niet lijkt te lukken is er een glimpje van het Koninkrijk van God te zien. Gewone mensen kwamen samen, voelden zich geroepen om iets te doen. Hiermee gaven ze invulling aan de oproep van Jezus om te zorgen voor de mensen in nood: 

‘Want toen ik honger had, gaven jullie mij te eten. Toen ik dorst had, gaven jullie mij te drinken. Toen ik een vreemdeling was, namen jullie mij in huis. Toen ik naakt was, gaven jullie mij kleren …’ (Matteüs 25:34-35) 

Er is veel te doen, we hebben nog geen oplossingen, maar als we samen opstaan, van welke denominatie of godsdienst of overtuiging ook, dan is er echte verandering mogelijk om te komen tot een wereld waarin alle mensen kunnen bloeien.

— Renate Japenga is jongerenwerker in de Protestantse Gemeente Hilversum en lid van de redactie van TussenRuimte