Een studieochtend die een vervolg krijgt in een digitale leeskring.
Zicht verliezen op het heil?
Wat is heil in onze tijd? Is het boven? Of juist beneden? Over de vragen naar de vertolking van het evangelie in een seculiere, immanente samenleving gaat het boek (onder redactie van Sake Stoppels et al) wat de aanleiding was voor deze studieochtend van de NZR op 15 maart. Waartoe zijn we geroepen? Wat is het doel van onze missie? Wat is het goede nieuws? Berdine van den Toren haalde in haar inleiding op de ochtend (zie hier) de diepe zorg aan die in het boek wordt verwoord, dat we het zicht verliezen op wat heil is. Dat roept de vraag op: weten we het zelf eigenlijk nog wel goed uit te leggen?
Een deelnemer merkte op dat het gesprek dat we voerden uitzonderlijk was. Meestal zijn we binnen de kerk en ook binnen de NZR vooral bezig met hoe-en-wat-vragen. Dat zijn thema’s die cirkelen rondom de centrale waaromvragen, zoals deze vraag wat ten diepste het goede nieuws voor ons is. Eerlijk onderzoeken wat vandaag (nog) de antwoorden zijn op die existentiële vragen kan je geloof doen schudden op zijn grondvesten, zo bleek. Het boek is een uitnodiging om dat gesprek aan te gaan.
Verschil van antwoord
Het gesprek wat we voerden was ook uitzonderlijk omdat we bij elkaar waren als mensen en als organisaties die op deze vragen heel uiteenlopende theologische antwoorden geven. Des te belangrijker om dat gesprek te voeren en elkaar te kunnen bevragen.
De verscheidenheid aan antwoorden bleek al toen we elk voor onszelf probeerden de vraag te beantwoorden: ‘wat is het heil voor jou, in onze context?’ Een greep uit de antwoorden: rust, naastenliefde, community, herstel van de schepping, gerechtigheid, leven met de ander/Ander. Sake Stoppels, zelf deelnemer aan het gesprek, signaleerde als opmerkelijk dat niemand het heil omschreef als ‘verzoening door het bloed van Christus’. Is dat dan jargon van vroeger waarvoor we nieuwe woorden hebben gevonden? Of hebben we nieuwe betekenissen gegeven aan de essentie van het christelijk geloof? Misschien is er al iets mis met de vraagstelling ‘wat is voor jou het heil?’ Misschien getuigt de vraag zelf al van een te geprivatiseerde opvatting van geloven: geloven als authentieke expressie van het individu in plaats van inbedding in een traditie. Tegelijk is het ook legitiem en nodig dat we ons eigen antwoord vinden op de vraag hoe we God kennen in ons eigen leven en in onze eigen context. Op het grote canvas van de verschillende soorten van cultuur: schaamte, macht of schuld. Maar ook in de persoonlijke ontmoeting is het nodig dat we authentiek geloofwaardig kunnen uitleggen wie God voor ons is en hoe Hij in ons leven het verschil maakt.
De verscheidenheid aan antwoorden bleek ook toen we als oefening de verschillende websites bezochten van (onze) missionaire organisaties en onderzochten hoe daar wordt verwoord waar het om gaat: wat is de visie en missie; wat is het goede nieuws waarvoor de organisatie bestaat? Soms vind je een klassieke verwoording van wat verlossing is, soms worden we ‘geïnspireerd door Jezus’ en soms is zijn naam per ongeluk helemaal van de website verdwenen. Een boeiende vraag is: ervaren we gêne om te spreken over termen als zending, evangelisatie en bekering? Mag het nog over de eeuwigheid gaan?
Contexten
Het boek ‘zoeken naar de dingen die boven zijn’ peilt de betekenis van heil in de seculiere samenleving waarin wij leven. Als vissen die zelf zwemmen in de cultuur van onze tijd hebben we ons te verhouden tot de immanentisering, het transcendentieverlies van die samenleving. Missionaire pioniers worden in het boek aangevoerd als de graadmeters en vertolkers van de heilsboodschap. In hun functioneren en in hun vertolken zien we dat het christelijk leven in het hier en nu de volle aandacht krijgt: immanent heil inderdaad. Ten tweede hebben we ons te verhouden tot de bijbels-theologische bronnen en verhalen, om te peilen wat de betekenis vandaag is van evangelie, zending, discipelschap en hoop. Maar in het gesprek dat we samen voerden kwamen nog twee andere contexten nadrukkelijk meespreken: anders dan het boek hebben wij (ook) de niet-westerse context van de kerk wereldwijd in gedachten. Wat is voor onze broers en zussen uit andere culturen de betekenis van salvation? Het kan zo maar zijn dat de westerse verlegenheid met zending bij hen helemaal geen rol speelt, bijvoorbeeld. Ook vraagt een eerlijke verbondenheid met deze kerken dat we met hen een gelijkwaardige relatie zoeken en hen niet afschrijven als ‘nog niet door de Verlichting gegaan’. Een vierde context voor deze vragen bestaat uit de achterliggende eeuwen: ons spreken over wat heil is in de visie en praktijk van zending(sorganisaties) kan niet losstaan van wat er in die afgelopen eeuwen is voorgevallen in de praktijk van zending, evangelisatie en kolonialisme. Waar we een zekere verlegenheid ervaren en zoeken naar een geloofwaardige inkleuring van ‘heil’ heeft dat dus te maken met ons eigen immanente cultuurklimaat én met de vele vragen die opkomen uit de praktijk van de zending.
Wereldkerk
Wouter van Veelen van de NZR reflecteerde op het boek vanuit het bredere zendingsperspectief. Hij waardeerde positief dat de missiologie weer een belangrijk woord meespreekt: dit boek zoekt naar missiologische antwoorden voor onze seculiere context, en doet dat met een empirische insteek en een contextuele gevoeligheid. Echter, de (missiologische discussie uit de) wereldkerk blijft wel erg buiten beeld in dit boek. In die discussie is al een halve eeuw (Lausanne 1974) sprake van een integratie van de verschillende aspecten van salvation en mission. Sterker, vanuit niet-westers perspectief is de tweedeling immanent-transcendent helemaal niet zo zinvol. Als Nederlandse kerk kunnen we veel leren van dat bredere discours. Wouters bijdrage is hier na te lezen.
Leeskring
Voor geïnteresseerden zal er een vervolg komen op dit boeiende gesprek in de vorm van een leeskring: twee online bijeenkomsten waarin nog een aantal hoofdstukken worden besproken vanuit het perspectief van de zending (data in overleg). Aanmelding via emetselaar@zendingsraad.nl
Willem van der Deijl, programmacoördinator NZR